26 nov 2007

Het laatste woord van 3 Zusters komt van actrice Tanya Zabarylo

Dag lieve bloggers van het eerste en nu ook van het laatste uur. Hier Tanya, niet meer live vanuit Amsterdam maar back in De Pinte waar de winkels nog op de middag sluiten. Net zat ik de foto's van de laatste voorstelling te bekijken en toen kreeg ik de drang om toch nog even iets te schrijven, voor wie dit ook leest.

We zijn aan dit project begonnen als studenten: onzeker, eigenwijs, hoogmoedig, naief en eerlijk. Naarmate de tour vorderde en we steeds meer verantwoordelijkheid begonnen te voelen, zijn we student-af geraakt. Volwassen niet (want dat worden we hopelijk nooit), maar: mens. Een project als dit maakt geen van ons meer mee: een troep wilde jonge honden met een Tsjechov ter beschikking... En nu vliegen we vanonder Hans' vleugels weg, naar alle windstreken. Al is het eng, we zijn ,denk ik, niet meer zo bang en alleszins niet meer onwetend. En dit neemt niemand ons meer af. Tot ziens vrienden, moge jullie weg gezegend zijn met voorspoed en vooral heel veel liefde. Sluit jullie hart niet als een concertvleugel...

Dank aan ieder
Jullie Tanya


22 okt 2007

Tanya Zabarylo over tournee 3 Zusters

Zo internetvrienden, hier ben ik weer (willens nillens) met mijn verslag van de vorige week.

Wij speelden achtereenvolgens in Leeuwarden, Rotterdam, Wageningen en Enschede. We troffen elkaar in Leeuwarden na vier daagjes vrij en moesten elkaar en de concentratie even terugvinden. Ook was er een fout gebeurd bij de catering waardoor die er niet was. Vervelend. Je merkt wel op tour dat het spelen vaak wordt beinvloed door de sfeer in het theater vooraf: is er een gezellige foyer, krijg je een drankje, is er lekker eten enz. Het Leeuwardse publiek was nogal afwachtend, zeer beleefd, maar wel met heel veel jongeren in de zaal, wat heel fijn was. Wat nogal genant was, was dat ik per ongeluk mijn klokje de zaal in slingerde, maar gelukkig vielen er geen gewonden... 
 
Nadien was er een nabespreking met de jongeren (leerlingen drama) en dan blijkt toch dat zij heel veel meekrijgen van de bedoeling van onze interpretatie en genieten van onze vitaliteit. Ik merk dat het meerendeel van de negatieve kritiek komt van het echte theaterpubliek (de regisseurs en acteurs), maar dat 'de gewone mens' er erg van geniet. En dat is toch uiteindelijk onze bedoeling. In de foyer hadden we nog een paar gesprekken met de groep ivm het behouden van concentratie en het terugvinden van de kern van het verhaal dat we willen vertellen. Het ging van engagement tot technische aanwijzingen zoals articulatie. Hoe moeten we elkaar uit blijven dagen?

In Rotterdam was ik zo opgetogen als een dartel hert vanwege het bezoek van mijn twee beste vriendinnen die ik sinds juli niet meer had gezien. Het voelde fijn om twee paar steunende ogen in de zaal te voelen. Wij voelden ons in ons spel gaan als een trein en amuseerden ons kostelijk. Maar toen kwam Hans in de pauze achter en maande ons aan om rustiger te worden, niet te snel te gaan. Soms vergeet ik ook dat ik een accent heb waar sommige mensen echt aan moeten werken. Ik ben namelijk Vlaams... Maar op zich vind ik het niet zo erg dat het eerste en tweede bedrijf heel snel en jeugdig is: zolang drie en vier daar maar een reactie op zijn. Maar Hans heeft gelijk dat niet elke zaal hetzelfde is, en dat we ons tempo moeten aanpassen aan de accoustiek ervan. Oh ja: mijn vriendinnen vonden het geweldig.

Vraag me niet al te veel over Wageningen, ik was namelijk behoorlijk onder invloed. Ik had last van acute hoofdverkoudheid en heb onder een paar ibuprofens het proberen vol te houden. Maar dat neemt niet weg dat de voorstelling niet goed liep: de dokter en Tuzenbach (resp Ian en Michel) probeerden heel veel mooie dingen uit. Vooraf hadden we onder het eten een paar dingen besproken die beter konden. Bijvoorbeeld de carnavalsscene: die herhaalt zich iets te vaak in energie met de liedjes. Dus hebben we besloten daar wat tempoverschillen in aan te brengen en dat werkte gelukkig heel goed. Verder was Irina er wel, met of zonder verkoudheid, ze ging alleen wat vaker zitten...

Aha Enschede! Voor mij zeker een van de leukste tot nu toe! Juiste combi van spanning en ontspanning en een heel erg warm publiek. Ik geloof dat het einde nog nooit zo goed ging. Al met al was het een schitterende week: hoop dat we op deze lijn doorgaan...

11 okt 2007

Tanya Zabarylo speelt Irina in 3 Zusters & schrijft over haar belevenissen

Aloha Blogspotters
Hans heeft me gevraagd wat te schrijven aangezien hij het niet meer kan doen vanwege andere werkzaamheden en natuurlijk omdat hij niet meer bij de voorstellingen is! Wel was Hans er in Amstelveen. Waarover later meer. 

Ach, hoe gaat het met ons? Deze week waren we voor het eerst sinds juli vier dagen vrij en deze dagen kwamen niet bepaald ongewenst. Ik merkte ook aan mezelf dat ik het soms een opgave vond om te spelen en weer met nieuwe dingen te komen en daarbij ook de anderen te verrassen. Maar ik wijd dat toch aan de vermoeidheid. Het was ook allemaal niet niks. Sommigen van ons vluchtten Amsterdam uit, naar de eilandjes of zelfs naar Italie, nietwaar Jeroen. En straks treffen we elkaar weer in Leeuwarden. 

Maar laten we het eens (zoals beloofd) over Amstelveen hebben. Het was op z'n zachts gezegd niet echt een topavond. Wat er vaak gebeurt bij deze groep (soms ook ten goede) is dat wij elkaar meesleuren in stijl en in sfeer, waarschijnlijk omdat we nog niet ervaren genoeg zijn om individueel staande te blijven. En we zaten eronder. Dat merkte ik alleszins aan mezelf: hoorde mezelf praten, was veel te klein... Dus toen Hans in de pauze kwam vertellen dat hij het niet goed vond, was dat natuurlijk niet leuk maar wel juist om te doen. De vierde akte gingen we dan ook in met hernieuwd vuur en wisten we het wel goed te maken. Ik voelde me ontevreden met mezelf en worstel nog steeds met mijn miezerig mannetje monoloog, elke keer probeer ik andere dingen, maar ik weet nog niet of ik er de essentie weet uit te puren. Nu ja: de dag erna gingen we naar Groningen, en zie: de muze was bij ons, en het werd weer een hele leuke voorstelling voor een volle zaal. Soms wil je als acteur zo graag vatten hoe het kan dat het de ene avond lukt en de andere niet. Of waarom jij denkt dat het vreselijk was, maar het publiek het geweldig vond achteraf. Of omgekeerd. Is het concentratie? Is het de band zaal- podium die magisch geladen moet zijn? Is het de elektriciteit onder spelers? 

Nog een gedenkwaardige avond was Apeldoorn. Een van de leukste voorstellingen tot nu toe: veel nieuwe dingen. En wat er gebeurde bij mijn monoloog (ja jongens, als ik schrijf gaat het ook over mij!) was dat ik niet lette op Anne die ertussendoor komt met zinnetjes, maar dat ik volledig zelf mijn tempo bepaalde. Waardoor bijvoorbeeld: ik ben zo ongelukkig, nu echt een lading kreeg. Nu ja, ik was dus blij, laten we het daarop houden. Wat die avond nog gebeurde, was heel wonderlijk. We hadden op de heenreis ook al in de file gestaan en verwachtten nu naar Amsterdam te vlammen. Maar niets was minder waar. Een ongeluk gebeurde enkele honderden meter voor ons en we heben een uur volledig vastezeten op de snelweg. Gelukkig hadden we drank en nootjes en een sterrenhemel, en hadden we elkaar. Nu kan ik ook zeggen dat ik tussen RIJDENDE auto's heb gerend op de A1, want toen de file verdween stond ik nog ergens bij het andere busje... Oi wat een leven. 

Morgen zien we elkaar in Leeuwarden, tot dan!
Tanya

------------------------------------------------------

28-09-07
Door: Tanya Zabarylo

Dag dag Bloggers
Het is een tijdje geleden dat er nog iets uit onze pen is gevloeid, maar wie kan ons dat kwalijk nemen? Een avant en een premiere zijn gekomen en gegaan en vanaf toen is de tournee officieel begonnen: Three sisters, life on the road. Maar laat ik bij het begin beginnen. De opbouw naar de premiere toe met al onze try outs maakte dat we ons allemaal redelijk zeker van ons stuk waren op de betreffende avond. Alle puzzelstukjes waren gevallen (de belangrijkste toch), tussen de scholen bestond geen verschil meer, het licht was er, het decor en de kostuums. Nu nog een zaal vol Amsterdams publiek en klaar! Niets meer aan doen! 

Ik was niet zozeer zenuwachtig, eerder een non stop gevoel alsof ik zou flauwvallen, maar ziedaar! De eerste galm van de klok weerklonk en alle spanning viel van ons af. en wat hebben we genoten. Het publiek reageerde als een dolle op elke witz en de zaal van zeshonderd man was doodstil wanneer het hoorde. Gelukkig hadden wij het circus aan de ingang niet meegekregen: met rode lopers, fotografen, cameraploegen en overboekingen. Nee, wij waren het gezin Prozorov en friends voor twee en half heerlijke uren. En de ontlading die er was toen het applaus uitbarstte, die was echt onbeschrijfelijk. Weet nog dat ik naast Jeroen stond en fluisterde: kijk, zeshonderd man staat recht, allemaal, voor ons! Al was het licht half uitgevallen in het laatste bedrijf, voor ons was de avond een succes.

Daarna eindelijk weer de familie zien in de foyer en een drukte van jewelste. Maar wat een roes, wat een euforie bij ons! Wij holden door de gangen, dronken de wodka die Michel had meegebracht als toi , spraken met een echte prins (die trouwens niet single bleek te zijn) en vergaten elke vermoeidheid van de afgelopen weken. Dit was het dan, de kop was er af. Eigenlijk konden de recensies ons niet zoveel schelen, denk ik. Voor mij maakten ze alleszins niets uit, positief of negatief. Want ik ben trots op al ons harde werk, op Hans en Karina's aanstekelijke enthousiasme, op het bedrijf dat in ons heeft geloofd, in al die jonge mensen die zo eerlijk en puur zijn in wat ze willen maken. Op het feit dat ik ze vrienden kan noemen. 

Tja en nu begint de reis doorheen Nederland...Tot nu toe zijn de zalen warm (nu ja, de mensen IN de zalen) en hartelijk. Elke voorstelling is heel anders: soms wat lollig en daardoor heel vrij, soms ontzettend gefocused en strak. Maar elke keer groeit ie en ik ondek de zwakke en sterke plekken in mijn rol. Ik hoop dat we blijven uitproberen en elkaar blijven verrassen. Verder kan ik alleen maar zeggen dat ik het geweldig vond en ik kan niet geloven hoe snel het is gegaan! Maar ja: time flies when you're having fun! 

Dank u ieder
en een dikke kus van Tanya


24 sep 2007

Maandag 24 september

Ik stop een weekje met dit log, ben door andere werkzaamheden niet in staat de komende drie voorstellingen van de drie zusters te bezoeken, en ik vind dit niet te plaats om een dagboek bij te houden over de andere zaken des levens, dat wordt wel een beetje erg opdringerig, trouwens ik houd geen dagboek bij, dan alleen in mijn eigen onleesbare handschrift via agenda's en ander soort papier, in ieder geval niet digitaal. Dit log kan best eventjes zonder mij. Tot gauw of ooit.

22 sep 2007

Vrijdag 21 september

Het is nu vrijdagavond, drie dagen na de premiere en weet nog steeds niet hoe ik verder moet met dit schrijfsel. Er is inmiddels veel kritisch geschrjf in de kranten voorhanden, de een vindt het mooi de ander niet, de een looft het decor en de ander schrijft het weg, weer een ander vindt dat ik het stuk niet goed heb bewerkt, heb het in het geheel niet bewerkt, dan zou ik dat er wel bij gezet hebben, weer een ander schrijft een vreemd verhaal over een samovar in de avond editie van de NRC, dat de volgende dag in de ochtend editie ongecensureerd , dus uitgebreid, en daardoor nog vreemder is, en steeds van verkeerde historische betekenis van het cadeau geven van een samovar uitgaat.

Maar het meest geschokt ben ik door de verwijten dat de spelers te jong zijn. Zoekt u, dames en heren van de pers eens wat leeftijden op van acteurs en actrices in de grote en kleine zalen die zonder problemen het leeftijdsprobleem leken te hebben geelimineerd, en ineens moeten mijn spelers over de knie. Zo helpt de pers ieder initiatief om leven te persen in het nederlands toneel door slordigheid om het leven. Het is onverstandig om op de kritiek in te gaan, het is aandacht geven aan iets dat negatief was, en dat moet je niet willen. In de Times Literary Supplement stond zo'n mooi stukje waarom je dat niet moet doen, en het is waar, je kan beter je mond houden, en als je het dan niet laten kan alleen feitelijke onjuistheden aan te kaarten. Dat ga ik zeker doen maar nu nog niet. Alleen krijgt heer Takken de samovar binnenkort om zijn oren, want die heeft zijn lezers gewoon aantoonbaar verkeerd ingelicht.

Afgelopen woensdag speelden we in den Bosch voor heel veel bezoekers, meer dan menig prestigieus gezelschap met volwassen en ervaren acteurs dezer dagen mag ontvangen. Er was een voorbespreking waar ik de bezoekers vroeg wat hun motivatie was om naar deze voorstelling te komen: de een om het stuk, de ander omdat het door louter nieuwe acteurs werd gespeeld, de ander omdat hij de programmering van van den Ende blindelings vertrouwt, weer een ander omdat ze zelf een van drie zussen was. De voorstelling die volgde was wat kwalitiet betreft gelijk aan die van de premiere, alleen zonder die nervositeit. De spelers waren moe, ze hadden flink doorgefeest na de premiere, en misschien was het die vermoeidheid die hen vrijer maakte, en hen nog spontaner aan het werk zette. We hadden weer een paar regeltjes geschrapt op plekken waar we inzakkingen vermoedden en werden prompt beloond door de programmeur van het theater die de spelers een drankje aanbod en hen enthousiast vertelde hoe de avond in een oogwenk voorbij was, veel te snel, ze had er nog wel uren van willen genieten.

Gisterenavond met het grootste deel van de cast naar een try out van Ciske de Musical geweest, een uitzinnig uitverkocht Hoorn genoot met volle teugen van dit nieuwe spectakel dat geheel uit het eigen van den Ende laboratorium vandaan komt, mooie muziek van Vrienten, werkelijk originele muziek, flitsende show, dat zal wel goed gaan met dat altijd weer ontroerende verhaal van het Amsterdamse straatschoffie.

Het gewone leven herneemt stukje bij beetje zijn normale vorm, voel me vermoeider dan bij vorige premieres, de inzet is ook wel erg groot geweest. Decorbesprekingen voor Moeder Courage, rolbezettingen voor repertoire voor het volgend seizoen, planning voor de nieuwe auditieronde voor het volgende cum laude project vullen nu de dagen, het zal nog wel eventjes duren voor ik een ritme terugvind waarbij webloggen weer gewoon wordt. Het is merkwaardig dat ik nooit verander in mijn betrokkenheid bij wat de spelers verder gaan doen met ons stuk, ik ga ze vaak volgen, tot ze genoeg van me krijgen, het stuk is nu immers van hen en ik moet ze loslaten. Maar ik zal mijn best doen in ieder geval die ene trouwe lezer die reageerde op dit geschrijf niet teleur te stellen.

19 sep 2007

Woensdag 19 september, de dag na de premiere...

Het hoge woord is er uit, "wisten we het maar," de laatste kreet uit de zusters klonk gisteren op de premiere. Ging redelijk goed allemaal, toch blijft er in de tweede acte een "zak" zitten, je voelde aandacht weglekken onnaspeurbaar, ligt niet aan de spelers, misschien aan de compositie, of aan aandachts verdeling. In de vierde acte raakte de electriciteitsafdeling van de stadsschouwburg onklaar, overbelast en bleef er maar een rijtje spots over. Ramp, door het publiek nauwelijks als zodanig ervaren.

Voor aanvang met mijn clubje om zeven uur op de grasmat, laatste bespreking die werd afgesloten door de dokter, Ian, die een stuk uit Corinthiers voorlas, over Geloof Hoop en LIefde, wat een geweldige tekst, wat een geste. Niets E.O achtigs, want dat denk je nog al gauw bij zo'n aankondiging. We waren ontroerd, nooit zoiets meegemaakt. Deze periode leverde veel "nog nooit meegemaakts" op, deze "aanstormers" zoals ze consequent door de PR afdeling worden betiteld zijn nog niet aangetast door de praktijk, en blijven dus verbluffend spontaan. Je voelde wel de nervositiet gieren over de grasmat, maar ze hadden er duidelijk zin in. Doek ging op en ja hoor, als een kudde veulens sprongen ze door de zuster-weide, teksten grazend, ogen knipperend tegen het openbaarheidslicht, je voelde dat publiek ze omarmde met aandacht. Aandacht die ze voortdurend wisten vast te houden.

Tegen gewoonte in bleef ik in de zaal zitten, opgesloten in een rij, niet op mijn vaste plekje op de hoek van de vijfde rij, zoals altijd, maar verder achterin, onrustig, leek alsof ik er niet meer bijhoorde. In mijn verslag van maandag ben ik vergeten te vermelden dan Kroft voor de tweede keer in een jaar met haar fiets in de tramrails was beland, nu vlak voor de schouwburg, en via het ziekenhuis t horen kreeg dat haar hand was gebroken en haar schouder gekneusd, het zal je maar gebeuren in dit soort dagen! Wat hadden we met haar te doen!. Hoe krijg je het voor elkaar! Lijkwit strompelde ze naar de acteursbijeenkomst om de spelers een vlammende peptalk te geven voor de ambulance haar naar de EHBO vervoerde! Dappere Dame!
Nu het werkproces voorbij is merk ik dat ik steeds zakelijker begin te schirjven, het is duidelijk dat de spelers de Zusters hebben overgenomen, dat ik als een dirigent zonder armen aan de zijlijn sta, lastig. Heb ook geen idee hoe ik nu verder met dit log moet, reacties beschijven? Weet ik niet. De reisvoorstellingen vermelden de komende tijd, de dag na de premiere Den Bosch, de kranten? Ik weet het niet. Hoe moet ik een bijeenkomst van de drie scholen beleggen, hoe krijg ik hun studieleiders bij elkaar om een goede evaluatie op te zetten, willen ze dat wel, hebben ze genoeg van mijn eigenwijze uitlatingen over het verschil in opleiding? Als de kruitdamp is opgetrokken misschien wel doen, het is te belangrijk, dit speelinitiatief is te innoverend om het maar ongemerkt aan de scholen voorbij te laten gaan.

Het is nu half een in de middag nu ik dit schrijf maar in mijn gevoel zit ik nog steeds in de zaal en hoor als een in het heelal zich herhalende echo "wij bestaan niet" klinken. Geweldig dat een commercieel bedrijf als dit zich durft te wagen aan die ongemakkelijke teksten. Er zelfs een tekstboekje van heeft uitgegeven, een tekstboekje in deze beeld-tijd, de tekst van Tsjechov in de verkoop bij een musical grootmacht, geweldig, wat een moed hebben ze getoond, en wat waren al die medewerkers trots! En wat was ik trots, als een schooljongen bij zijn eerste rapport, dit boekje was sinds 1973 het honderdtiende tekstboekje dat ik heb helpen uitgeven, klinkt voor ingewijden natuurlijk weer opschepperig, moet hij dit nu weer even laten weten? Ja, ben trotser op die boekjes dan op de vervlogen een-avond-herinneringen die nu weer gedruktstaafd zijn. Mijn tweede driezusterboekje, oei wat blij, van binnen en van buiten. Iets concreets in mijn handen, tekst van Tsjechov, met veel fotos van de schrijver en de spelers erin, prachtig vorm gegeven door mijn trouwe vriend GJ Deunk, feest.

18 sep 2007

Dinsdag 18 september, premiere!

Het is zo ver, vanavond belanden de drie zuster op hun opening night. Gisterenavond op de try out in de schouwburg verliep een en ander nog al traag en stroperig voor de pauze, en vlammend erna waardoor er toch nog een mooie ovatie voor de spelers viel te ontvangen. Decor staat prachtig in de Stadsschouwburg, toch wel met afstand het mooiste theatergebouw van ons land, wat een grandeur, wat een warmte. Er waren zoveel mensen, wel vijfhonderd op de try out gisterenavond, dan ziet het er meteen ook zo vol uit, zo verwachtingsvol. Was weer mooie nabespreking, met een prachtige clash tussen "oud"en "jong" publiek', enfin, ik leef naar vanavond toe, eens even een net overhemd opzoeken, en dan kan het beginnen, misschien morgen een verslag van wat er zich vanavond gaat afspelen, tot morgen,

15 sep 2007

Zaterdag 15 september

Laat ik maar over andere dingen schrijven, de diverse stadia van de voorstelling in wording kan ik niet in woorden vertalen, toneel, gespeeld toneel is iets anders dan woorden, daar moet je een dichter voor zijn.Misschien is dat wel de reden waarom ik me zo erger aan al die notities die mensen in kranten schrijven over een verschijnsel dat zich niet in woorden laat vatten. Wat zullen er nu weer mensen als Kester Freriks van de NRC boos zijn, vooral hij die zo zijn best doet zijn favortiete kunstvorm in woorden om te zetten om daarmee zijn lezers aan te zetten naar de schouwburg te gaan. En hij heeft gelijk natuurlijk, maar ik kan nu eenmaal niet anders dan iedere andere mening over iets dat ik mooi vind , als merkwaardig te beschouwen.

Toneel , toneel ondergaan is voor mij het in stilte beleven van een gedicht, in een gedicht behoor je te verdwalen, in een voorstelling ook, niemand hoeft mij de uitgang van dat labyrinth te wijzen, we worden al op zoveel gewezen. De massaliteit van een toneelgebeuren is soms al ergerlijk genoeg, die mensen om je heen, die bewegen, die knisperen, die zuchten, die silhouetten tussen mijn ogen en een speler zijn al belemmerend genoeg. Terwijl toneel niet bestaat zonder door al die ogen bekeken te worden, hoe meer ogen hoe beter, hoe meer middelen dat oplevert om een nieuw evenement van de grond te tillen, ik weet het, ik doe er mijn hele leven fanatiek aan mee, sta op biljarttafels om mijn kunst aan de man te brengen, leen me voor interviews met mensen die nog nooit van de drie zusters hebben gehoord, wie ik de inhoud moet verklaren. En ik doe het met liefde en met inzet van al mijn beperkte mogelijkheden, houd inleidingen en leid nabesprekingen om maar zoveel mogelijk extra informatie te verschaffen die het afbladderende toneelklimaaat nog enig fundament zou kunnen b zorgen. En toch, en toch. Dat ene moment, die ene blik, dat ene woord waar ik iedere avond opnieuw op wacht en dat altijd op de meest onverwachte momenten opduikt, niet bedoeld, niet bedacht, niet geregisseerd, dat moment is de krachtbron die mijn kijkmotor draaiend houd, mijn hele dag is er door ingenomen, dat verwachtingsvolle hopen op wat er vanavond weer ergens in de kiertjes van de zusters moet opbloeien. Gisterenavond een ogenvlucht van Mashja, een verdwaalde vinger van Koeligin die zijn eenzaamheid minutieuzer vorm gaf dan de woorden die Tsjechov schreef. Tsjechovs woorden die ogen en vingers sturen, die zoeken en graven tussen triljarden zandkorrels naar dat ene glinstertje.

Laat ik maar over andere dingen schrijven, zoals bijvoorbeeld over de in leiding gisterenavond in Oss. Mijn trouwe medewerkster Elze die een heel programma had samengesteld om daarmee haar eerste inleiding te starten. Er waren bijna tweehonderd (!) bezoekers op afgekomen, die om zeven uur al een goed plaatsje in de grote rotonde opzochten, Elze had een filmpje van het repetitieproces laten maken om publiek een inzicht tegeven in het werk dat voorafgaat aan een voorstelling, met intervieuws met de spelers, met fragmentjes van oudere voorstellingen, zo intelligent gemaakt en zo ideaal vormend. Daarna vraaggesprekje met de regisseur, en afsluitend met de mogelijkheid voor het publiek om vragen te stellen. Het was haar premiere, haar spannende moment of alles wat ze bedacht en voorbereid had zou werken. Af te lezen aan de bedankjes die zij van wildvreemde mensen kreeg was het bijzonder geslaagd. Zelden werd publiek serieuzer genomen. En tijdens de avondvoorstelling die er op volgde, voelde ik duidelijk dat de helft van het publiek de atmosfeer van het gebeuren bepaalde: voorbereide mensen die de andere helft, er zaten meer dan vierhonderd mensen, op intelectueel en belangrijker, emotioneel sleeptouw namen.

Laat ik maar schrijven dat ik een mooie avond heb gehad, dat de middagbespreking met de spelers en de repetitiefragmentjes die daar uit voortkwamen hun vruchten hebben afgeworpen: de voorstelling goeit en groeit, het spel verlevendigt, het tempo wordt intenser, binnen het minutenschema van het stuk spelen zich steeds meer en andere intensiteiten af. Een opdracht, of liever een verzoek om onvoorbereid voor iedere speler drie fluistermomenten in de rol te zoekn, werd moeiteloos door de spelers omgezet in inkijkjes in de bodemloze afgrond die men ziel pleegt te noemen, en weer was ik een beetje gelukkig, Tanya die Irina de jongste dochter speelt die het voor elkaar kreeg in die vier jaren die de voorstelling omspant tien jaar ouder te worden en dat in de twee uur die de voorstelling duurt, van een bakvissen liefde voor de oude kolonel tot en met het verstandshuwelijk met haar baron, laat ik het daar bij houden, want over dat verstandshuwelijk valt natuurlijk wel het een en ander te zeggen, misschien een andere keer, wanneer de kritische euforie over het spel van deze jeugdige topgroep mij te veel wordt.

Vanavond bezoeken we Baarn, uitverkocht, klein speeloppervlak, decoraanpassingen, weer een nieuw avontuur voor mijn trouwe clubje, voor mijn veertien leden tellende tijdelijke theatergezin. Verheug me, daar laat ik het bij, gegroet lezer die tot hier is gekomen.

13 sep 2007

Donderdag 13 september

Tweede voorstelling (Veenendaal) gisteren met een nabespreking met publiek en acteurs. Moeilijk te beschrijven, alles van de laatste dagen laat zich moeilijk in woorden vatten, de overvolle dagen geven ook nauwelijks enig reflectie moment. En alleen maar opgewonden schrijven hoe goed alles gaat, of en toen gebeurde er dit en toen dat lijkt mij nu niet de juiste toon. De geheime processen die zich nu tussen de spelers beginnen af te spelen, de bronnen van de opborrelende chemie zijn nauwelijks te traceren. Uitleggen waar de ingeving vandaan kwam de hele voorstelling eens flink te laten kantelen is niet doenlijk, misschien later.

Objectief is waar te nemen dat de voorstelling zijn vaste ritme heeft gevonden, dat de inzetten muzikaler zijn geworden, dat de stemmen op elkaar zijn afgestemd, dat de russische liefdes, verliefdheden, verloren liefdes, onvindbare liefdes, onbereikbare liefdes, verdwaalde liefdes, onbeantwoorde liefdes, alle veertien figuren zitten er in verward, ook de oude Ferapont die op het einde met het kindje van Andrej overblijft en zijn grote liefde Anfissa weer ontmoet, zo mooi. Nou vergaloppeer ik me toch, niets is mooi, het is alleen goed wanneer het erg is, wanneer het pijn doet. En deze drie zussen doen pijn, dat vonden de Veenendalers tot hun grote verbazing ook. Ze hadden gehoopt op een lekkere wegzakavond bij een russische avant-soap, maar kwamen bedrogen uit: Jullie laten ons zo meedoen dat ik me te dom voel, ik kan niet antwoorden, ik kan jullie niet helpen, en ik voel dat jullie er wel om vragen. Mooie woorden bij een Van den Ende voorstelling, er worden belangrijke inhoudelijke stappen gezet in een bedrijf dat sterren ontdekt en exploiteert, de sterren bij de musical, maar toneel is de hemel.

11 sep 2007

3 Zusters vliegen elkaar in de haren

Foto: Deen van der Meer

De dokter heeft 'm om.

Foto: Deen van der Meer.

Dinsdag 11 september

Dinsdag, de dag erna.
Gisterenavond vertoonden de zusters zich voor het eerst in het openbaar voor een volle zaal, ze speelden hun binnenste naar buiten, ze deelden geheimen, ze flonkerden, ze wilden weten waar het leven over gaat, zonder(zichtbare) angsten betraden ze de grasmat. Ik ben nog te ontdaan om er een beetje zinvol over te schrijven, daar moet je dramaturg voor zijn, niet regisseur, daar moet je afstand voor kunnen nemen, en dat kan ik niet, ik vind alles mooi wat ze doen, ik speel op zo' n avond al die rollen mee, dus lezer, wacht nog een dagje of twee voor ik op de belevenis van gisteren in kan gaan, dan hebben we er weer twee voorstellingen op zitten, nu in Veenendaal in de Lampegiet( eeuwige verbazing over die vreemde naam voor die mooie schouwburg, Lampegiet, wie verzint dat). De Flint in Amersfoort is inmiddels een soortnaam voor de schouwburg geworden, maar blijft natuurlijk ook merkwaardig, maar ja in een stad waar de straat naast de schouwburg TEUT heet kun je natuurlijk veel, zo niet alles verwachten. We hebben er in ieder geval meer dan een week kunnen bivakeren en kamperen en uitproberen in volstrekte rust met gedegen ondersteuning van de technici aldaar. Ik moet uitkijken niet de vader van een jeugdherberg te worden, ik schrijf en werk nog altijd namens A.P.Tsjechov, en die had bepaalde bedoelingen met zijn stuk, die naar het nu verplaatst zichtbaar moeten worden. Vandaar dat ik eventjes rustig ga nadenken, gegroet mogelijke lezer, lezeres. .

10 sep 2007

Maandag 10 september

Maandagmorgen, tijdje uit de ether, tijdje elders, in de Flint bijvoorbeeld, drie zusters gingen voor dit ijdel geschrijf,
eigenlijk niet in staat nuchter dit proces te beschrijven, wanhoopsmomenten worden met straffe regelmaat afgewisseld door vreugdevolle secondes, een blik, een gebaar, een zinnetje.

"Wanneer beschaving nu eens samenging met werklust, als werklust nu eens samenging met beschaving". Ik denk inmiddels dat al ons werk daarop gericht is, op die notitie van Tsjechov, werklust levert geld op en het beschavingsniveau zakt,beschaving verhindert werklust, de oude beschaving van de zusterfamilie verhindert werklust, de werklust van de Natasjas verhindert beschaving. Aanvechtbare uitspraak, ik besef het, toch delete ik hem niet.

Sinds het laatste weblog drukke dagen, Vrijdag de hele dag besteed aan zorgvuldig repeteren en de geplande doorloop geschrapt, op verzoek van de spelers. Zaterdag voorgenerale, flonkerend en slepend, creerend en herhalend, geschrapte teksten vielen als zwarte gaten tussen de gehandhaafde regels. Zondag de echte generale, in aanwezigheid van Deen
van der Meer onze fotograaf, die nu al een tiental regies van mij heeft vastgelegd en die ik blindelings vertrouw dat hij de harteklop van de voorstelling aanvoelt en vastlegt. Veel ouderparen van spelers waren aanwezig. Ontroerend. ronduit
ontroerend, die vreemde toneelwereld waar hun kind nu in is verzeild, de liefdevolle aandacht die ouderogen zo onderscheidt van publieksogen.Wat er met die ouders gebeurde wanneer hun kind het podium betrad, de lichte siddering die door hun ruggen joeg.

De generale was door Margreet de producente heel zorgvuldig op de middag gepland om het de spelers mogelijk te maken een vrije avond na zeven doorgerwerkte dagen van meer dan twaalf uur te kunnen gaan genieten. Ger Thijs, mijn collega was ook aanwezig. We proberen dat bij al onze diverse generales vol te houden, elkaars werk te zien in dat prenatale stadium,
die kritiek die we elkaar kunnen leveren is altijd belangrijk. Ziet een broeder in de kunst de pogingen die we doen, ziet hij een andere voorstelling dan wij in ons hoofd hebben, ervaart hij een nieuwe kijk op de zusters, is de jeugddivisie die hier aantreedt werkelijk zo talentvol als ik het vind. Op het antwoord apparaat vielen vriendelijke correctiesuggesties, maar het merendeel van zijn waarnemingen vielen gelijk met de mijne, gelukkig. Harde oordelen van mijn kant werden door
hem verzacht, en andersom.

WAT EEN SCHRIJVER, zei de schrijver van IK BEN WEG, dat een week na ons zijn premiere zal beleven bij HET TONEEL SPEELT
in diezelfde stadsschouwburg, met MarkRietman en Peter Blok in de hoofdrollen. Na afloop snel een nabespreking en meteen naar bed, klok rond geslapen, en in de krant gelezen dat Mark de Louis d.Or niet had ontvangen, Will van Kralingen wel, wat leuk, wat leuk en speciaal voor Elisabeth in Maria Stuart. Ooit werkten we samen in dat zelfde stuk waar zij toen de titelrol
speelde, met Annewill Blankers als de Engelse Koningin. Dat was vijftien jaar geleden, toen zei ze al dat ze ooit die rol wilde, dat gebeurde nu onder regie van Erik Vos, haar ontdekker van ooit. Bijzonder, wat zal ze blij zijn.

Het zal de lezer niet ontgaan dat ik weinig over het werkproces van de zusjes te melden heb. Dat blijft zo in dit stadium, het gaat nu niet meer om goed of mooi of minder mooi, het gaat nu om een compositie, om een kamerorkest waarvan de instrumenten op elkaar moeten worden afgestemd. Vanavond voor het eerst publiek, wat zal dat worden. Tot morgen.

9 sep 2007

Even geduld...

Een weekend vol repetities & doorlopen. Zondag generale repetitie en maandag 10 september de eerste try out in de Flint in Amersfoort. Een nieuw weblogbericht laat nog even op zich wachten...

7 sep 2007

Karina Kroft, Nele Ceustermans & Thomas Rupert kijken naar het decor. Ian Bok loert de eerste dag in het theater door het decor.


Vrijdag 7 september

Vrijdagmorgen, gisterenavond doorloop, na overdag ingrijpende veranderingen doorgenomen te hebben, aan de costuums wordt doorgewerkt, aan decor ook, de belichting is nog lang niet klaar, en toch ging de doorloop voorspoedig, eerste half uur flonkerde weer niet, dat vereist nu ernstig extra repeteren.

Van Lambaart was aanwezig, hield een mooi toespraakje na afloop tegen de acteurs, konden we ons wel in vinden.
Daarna weer technisch overleg, taken aangescherpt en met teveel indrukken de auto in. veel te vroeg wakker, voorstelling vertraagd afgedraaid, versneld, en teruggespoeld, kan mooi worden, maar ben nog niet overtuigd, er gaat nog teveel mis, en de tijd ontbreekt op al die slakken zout te leggen. De te gemakkelijk geuite kreet "spelen, doorspelen lost alles op" past niet in mijn werkoveruiging, je kunt pas spelen wanneer je weet wat je doet, al te toevallige ingevinkjes zijn een paar seconden leuk en lijken origineel maar zijn dat meestal niuet. Weten wat je doet, exact weten wat je doet, van woord tot woord levert de meeste vrijheid op, het meeste speelplezier, hoe zeer anderen daar anders over denken.

6 sep 2007

Judith Herzberg wijst ons op een paar foutjes die we maken & Judith Herzberg in gesprek met lichtontwerper Reinier Tweebeeke


Donderdag 6 september

Gisteren woensdag, oei wat een dag, in de avonduren een volledige doorloop, waar eigenlijk heel veel verkeerd ging, en maar bij vlagen een beetje echte inspiratie voel of zichtbaar was. Na afloop heb ik de acteurs gauw naar huis, naar bed gestuurd en beloofd de aantekeningen vandaag door te nemen. Daardoor kon ik met Kroft gauw naar de technische bespreking waar de Meesters bij aanwezig waren. De Meesters? De begeleiders van Licht, Costuums en Decor.

Er is nog geen tijd geweest om te belichten, alleen inhangen van hele batterijen maar niet gericht. En uitgerekend kwamen nu Meester-Reiner van het licht en Meester-Thomas van het decor en Meester-Rien van de costuums naar het werk van hun pupillen kijken. Terwijl er eigenlijk nog niets af is. Na afloop pittige uitspraken, waar we wel veel van konden opsteken, maar die wel veel ombouwen en omdenken tot gevolg hebben wanneer wij ons van alle opmerkingen iets aantrekken. Thomas had erg goede wijzigingsvoorstellen, waarbij ook zijn geweldige ervaring meesprak, Rien had de hele doorloop naast zijn pupil Hanne zittend alle problemen doorgenomen.

Het heetste hangijzer bleek het Licht te zijn, waar Reinier dus geheel niet tevreden over was. Nu is zijn pupil Stijn als jarenlange assistent van Reinier wel het een en ander gewend, maar de kritiek kwam hard aan. Helder maar hard. In ieder geval erg duidelijk. In details treed ik nu natuurlijk niet dat zou en te specialistisch worden en dat soort keukenkijkjes opleveren waarvoor ik dit weblog niet bestem. Mijn geschrijf hoeft niet een voortdurende goednieuwsshow zijn, maar ook geen rampenbulletin. Maar een enkeling vond het gesprek te confronterend, alle betrokkenen waren blij met de heldere taal. Ikzelf ben een voorzichtige aanpakker, een pleistersopleggende diplomaat van de oude stempel, en dat levert minder op
dan ik zou willen, daarom ben ik wel blij met de uitspraken van mijn jarenlange trouwe artistieke team.

Straks komen de spelers, ik ga ze gedeeltelijk laten delen in het nagesprek en vooral op die punten die voor hen van belang zijn. Twee hangijzers,namelijk: het stapelbed in de derde acte werd als teveel ervaren, als te truttig, en het Andrej-stoeltje naast de manteau. Dat laatste, het stoeltje vond ik geen probleem, maar dat het stapelbed een sta in de weg was, vooral door het pontificaal opbrengen, opsjouwen ervan, dat verwachtte ik wel. Enfin het zal wel weer een stevige dag worden, en hoe
dat met dit weblog verder moet weet ik gewoon nog niet, omdat ik elke minuut aan het driezusterswerk wil besteden, ach we zien wel, in ieder geval belooft het een spannend gebeuren te worden. Wat, de drie zusters of het weblog?

Het wereldberoemde jurylid Marianne van Wijnkoop vereert onze laatste doorloop in de Focus studio met een bezoek.

Yvette Feijen en Rene Lobo, docenten van de Maastrichtse Toneelacademie komen naar hun oud leerlingen kijken

5 sep 2007

Dinsdag 4 september

Acteurs reageren rustig, op de veranderde omstandigheden, grote zaal, costuums kleedkamers, etc, inleidend praatje Margreet, en daar gaan we: Stijn is nog aan het belichten, gesprekken over achterdoek, heen en weer rennende kostuumontwerpsters, Carl probeert zijn geluiden en composities uit, Nele de decorontwerpster houdt zich staande tussen het mannengeweld (schreef ik al eens eerder, maar herhaal het dan uit bewondering graag nog eenmaal). Ellis vertaalt aan het lichtorgel de wensen van Stijn.

Kroft en ik graven verder in de terkst en zijn nooit opgeloste geheimen. Dan begint een doorstrompel repetitie die nog redelijk snel gaat , met pauzes en maaltijden er tussendoor hebben we wanneer we om tien uur moeten stoppen
twee en een halve acte uitgeprobeerd. Ik kan het niet laten om geregeld de boel op te houden en mijn eigenwijze aanwijzingen door de ruimte te laten schallen, want ik ben gezenderd, dus mijn ontevreden gegrom is tot op de toiletten te horen: en heb ik ook nog een zender van de documentaireploeg in mijn revers zitten, dit alles dus met twee zware
batterijen in mijn achterzak, lijk wel een tsjechov-terrorist.

Hoewel de belichting eigenlijk nog moet starten ( Stijn is tot nu toe hoofdzakelijkbezig de lampen te "stellen"), leveren toevallig kruisende spots al veel te mooie plaatjes op. De veel grotere ruimte dan in Focus levert wel verschillende plaats-problemen op, veel opkomsten moeten we bijstellen, maar alles wordt allengs ruimtelijker en daardoor doorzichtiger, ( het
woord "transparant"zult u mij niet zien gebruiken, dit platgetreden modewoord voor tekortschietende agumentaties)
Al met al laat in bed, warrig geslapen, veel vreemde gesprekken, droomde dat ik de Kersentuin regisseerde waar een van de drie zusters in was verdwaald, om zes uur wakker, krant, regen, en reis kronkel-files terug naar de zustervilla.

4 sep 2007

Dinsdag 4 september

Dinsdagmorgen. Arriveer wat later, Neele heeft samen met Kroft een uitstekende oplossing gevonden voor het probleem met het gras, waar te weinig van was geleverd en waar voor aanvulling ervan geen budget meer over is, dus ik neem aan
dat iedereen tevreden is. We hebben het rijdende treinitje uitgeprobeerd,het rijdt, het spoort naar Moskou en terug, het kan ook een Efteling grapje worden en dan gaat de rit niet door, maar wie weet lukt het Stijn er een verlangende spooktrein van te maken, en dan kan hij vertrekken van Perm naar Moskou, de trein wel, de zusters niet. Carl Beukman is gearriveerd, en hier achter mijn computertje deze letters tikkend hoor ik over de intercom zijn gewijzigde marsmuziek, kippelvel. Over een uurtje
komen mijn spelers, verheug me.

Maandag 3 september

Maandagmiddag, eerste confrontatie decordelen, in werklicht met allemaal
harde werkers er om heen, ook dingen die tegen zitten, een fout gelast
achterdoek, de paniek die dat geeft, de vele mensen die zich er tegen aan
bemoeien, kost alleen maar tijd, er is een oplossing, doek terug en een
nieuw doek, en dat gebeurt. Neele de ontwerpster die voor het eerst haar
grote decor in werkelijkheid ziet houdt zich rustig dus kranig.Thomas
Rupert, haar mentor en leraar komt langs op weg naar Kiel waar hij een
Sacre du Printemps balletdecor van hem moet bekijken, steunt haar met
technische aanwijzinkjes, zoals ook de langsgekomen Reinier Tweebeeke dat
doet met Stijn die het licht heeft ontwoprpen. Het is feestelijk te merken
dat het systeem van meesters en leerlingen werkt, laat stiekum een trots
gevoelentje bij me toe. Gedraag ik mij ook goed naar Kroft? Ik denk het
wel, we werken zo gelijk op, overtuigen elkaar moeiteloos van
noodzakelijkheden, proberen "kunstenaar" te blijven in dit technische
geweld waar wij ten slotte onze fantasien vorm moeten geven.

3 sep 2007

Zondag 2 september

Het is nu zondag, de doorloop van eergisteren is nog niet voorbij, hij briest nog door in mijn hoofd: ging het goed, wat is goed in dit stadium, het ging goed, aan alle uiterlijke voorwaarden voldaan, ingelopen in tijd, mooi samenspel, geen nervositeit, geen zichtbare nervositeit in ieder geval, geen krampachtige pogingen te ontkennen dat er zoveel mensensoorten meekeken, ach niet alles lukte, maar zoveel regeltjes wel, zo boven verwachting mooi dat ik me schuldig begin te voelen mijn "kinderen" straks aan een grotere openbaarheid prijs te geven, en dat ik ze in de generaleweek moet gaan vragen "groter" te spelen, "verstaanbaar" te zijn, terwijl we nu in dit veilige lokaal alleen met kwetsbaarheden bezig waren. Ik ben in ieder geval al blij dat ik deze drie zusters heb gezien, dat neemt geen criticus, in de krant of in de zaal, mij meer af.

Judith Herzberg leek heel tevreden, ze had wat aantekeningen over haar vertaling gemaakt, vond dat ze bepaalde woordjes verkeerd had geplaatst, ze vond de spelers mooi, de voorstelling in aantocht mooi, "wat een stuk, he", dat was wel het algemene gevoel, "wat een stuk he", ook de toch in financien heersende hoge pieten van het bedrijf waren geroerd, "dat jullie al zo ver zijn", achterdochtig als ik ben riposteerde ik direct "dus nog niet ver genoeg", "jullie hebben nog achttien dagen, wat kan er dan niet allemaal nog gebeuren", ja ze hebben gelijk, men is nooit ver genoeg. Vandaar, zodoende.

In de vrijdagse avonduren met de artistieke staf aangevuld met mijn neef Vincent gaan eten in restaurant Amsterdam, waar we elkaars commentaar aanhoorden en uitwisselden, de taken voor de komende week verdeelden, en ieder op onze eigen manier de voorstelling in wording aan het verwerken bleven. Gelukkig zag iedereen er iets anders in, zo hoort het ook, het stuk doet iedereen diep in zichzelf graven, zo hoort het ook, toneel is voor de enkeling, al zitten we met zijn zevenhonderden in de zaal, iedereen ziet een ander stuk. En wanneer dat al bij de eigen staf begint geeft dat voor mij aan dat we op de goede weg zijn.

Op de Zaterdag gingen de drie zusters met hun drie moeders op een foto-shoot voor de Margriet, ja ja. En vandaag zitten de drie zusters, met of zonder hun moeders in de talkshow van JanPaul Bresser, de Kersentuin, in de schouwburg van den Haag. De Drie Zusters in de Kersentuin, een mooi moment in JanPauls nieuwe carriere. Ik was er graag bij geweest maar had iets anders te doen, vandaar, zodoende.

Hoe ik dit weblog de komende week moet doorzetten is nog een groot raadsel voor me, omdat ik elke minuut die ik het werkproces ontneem om mij in dit ijdele schrijfgenoegen te storten, zal moeten terugbetalen, wanneer een en ander over veertien dagen niet het resultaat biedt als mij nu voor ogen staat, vandaar, zodoende groet ik u, geachte lezer, tot ziens waar dan ook, wanneer dan ook, misschien maandagnacht na de Bouwdag in de Flint (Amersfoort)

Vrijdag 31 augustus

Vrijdag, de ochtend repetitie werd besteed aan het secuur orchestreren van de vierde acte, het afscheid. Afscheid? Waarvan? Waarom heeft iedereen het over het afscheid? Er vertrekt een bataljon militairen, er wordt iemand neergeknald, een minnaar verdwijnt, een tijdperkje loopt af. Dat is allemaal waar en hoogst dramatisch en erg verdrietig. Maar Tsjechov laat de oudste zuster, die dan wel nog steeds geen echtgenoot heeft gevonden, maar inmiddels wel directrice van een school is geworden, haar zusters de vraag stellen,"wisten we het maar". Dat zijn toch woorden voor een nieuw begin, die woorden drukken een besef uit dat het zo niet langer gaat, dat ronddarren in een verouderde situatie, in een nutteloze hang naar het verleden. Irina die het hevigst leek te verlangen naar het Moskou van haar jeugd, heeft haar onderwijsacte gehaald en bij het bereiken ervan "van blijdschap" had moeten huilen, Masja die haar minnaar ziet vertrekken en nu dus overblijft met haar geborneerde echtgenoot, beseft dat ze "moet verder leven".

Afscheid, ja, maar een afscheid van een verleden, dus een kans op een nieuw begin. Die optimistische draai geven de zusters een ontroerend zelfbesef. In de zeventiger jaren bij het Publiekstheater, realiseer ik me nu, was die levenswil ook al zo manifest, en toch had iedereen het over dat prachtige afscheid, nee er gloort een nieuwe toekomst, niet het dierlijke overleven, maar het bewuste kiezen voor een andere wending die overleven zinvol maakt(e) Nu in 2007 met deze sterke jongemensen cast is het belangrijk dit uitgangspunt heel sterk overtuigd dus doelbewust te kiezen, en het voor ons nog toekomstige publiek met een krachtig gevoel de zaal te laten verlaten. Hoe belazerd de omstandigheden ook zijn, hoe kortzichtig sommige keuzen in het stuk ook zijn, des te sterker deze drie zo waardevolle jonge vrouwen voor de toekomst kiezen.

We repeteerden met de marsmuziek van Carl, dat inspireerde Irina zelfs om op de maat van die muziek te bewegen, even onderbroken door de fatale mededeling over de dood van haar toekomstige echtgenoot, om direct daarna die ritmiek weer toe te laten in haar lichaam en zo de toekomst bezit van haar te laten nemen. Vechtend om overeind te blijven stond ze daar. Masja lijkwit, praatte zich weer een kleur op haar wangen. En alle spelers drentelden, dood of vertrokken, het achtertoneel weer op om een laatste injectie te krijgen. Omdat het lokaal zo klein is en er geen ruimte voor ze was en ze hun collega's wilden zien. We besluiten om dat in de doorloop smiddags te herhalen om uit te zoeken wat het effect daarvan zou zijn.

We laten de middagpauze verlengen, het lokaal schoon maken, de meubels, de requisieten minutieus inspecteren, de voorhanden costuums naar de gang verhuizen waar we tegen alle voorschriften in een wachtplek voor de spelers bouwen. Er worden twintig stoelen aangedragen voor de verwachte gasten, en de andere lokaal hoek wordt gereserveerd voor de filmploeg die nu natuurlijk zijn documentaireslag wil slaan. Gasten druppelen binnen, heftig verlaat door amsterdamse fileproblemen, enkele zullen zelfs pas tussen de eerste acte en de tweede het lokaal betreden, het is allemaal verwarrend, verwarrend. Normaal wil ik liever nooit iemand van buiten bij zo iets fijngevoeligs als een laatste doorloop, acteurs ervaren al die blikken in dit nog onaffe stadium ook als inbreuk op hun geworstel om tot iets wat dan ook te komen, maar er is niets aan te doen, het schijnt gewoonte te zijn, het bedrijf wil aan de lijve ondervinden voor welk product in wording ze hun kaarten moeten verkopen. Vooruit dan maar. Dat Judith Herzberg komt ervaart iedereen als bijzonder, zij is de vertaalster, die het stuk al eerder voor Ivo van Hove vertaalde, en die wij kozen omdat haar nederlands zoveel harder en hoekiger is dan dat van haar vele voorgangers, moderner zonder modernismen.

De doorloop beschrijf ik morgen, wanneer ik heb verwerkt wat ik heb gezien en beleefd, ondergaan en denk te hebben begrepen.

31 aug 2007

Vroeg in de ochtend van vrijdag 31 augustus

Nu naar de laatste repetitie in het lokaal voor de generales aanbreken, het monteren van het stuk. ben zenuwachtig als een nerveuze puber die nog van niets weet, hoe vallen alle gevoelens samen, lijden de gevoelens onder de prestatiedruk, ketsen de tsjechovregeltjes de verkeerde richting uit, waar komen ze samen straks,al die vreemde ogen die komen loeren vanmiddag, ik wil ze niet zien alleen op mijn eigen ogen vertrouwen, vertrouw ik mijn eigen ogen, kijken ze wel goed en niet te zeer betrokken, ben nerveus, gespannen, paracetamol helpt niet, ik bibber en wacht af,

30 aug 2007

Donderdag 30 augustus

De dag begon met speciale aandacht voor de muziek en de geluidseffecten die Carl Beukman componeerde. Dat ging vlot en effectief, de valkuilen van te veel illustrerende geluiden vermijdend. Geluiden die Tsjechov voorschrijft en waar hij bij de realisatie ervan bij de werelpremieres in Moskou zo'n bloedhekel had. Zijn commentaren op Stanislavski, zijn eerste regisseur, zijn beroemd en berucht, de reacties van Stanislavski eveneer. ( Lezer, leest u vooral de brieven van Tsjechov over zijn voorstellingen en u kunt zich een voorstelling maken van het toneel uit die dagen) Alle wensen van de acteurs gerepeteerd, ook de twintig zinnetjes van Irina, verhelderende spel en speelproblemen kwamen naar de oppervlakte, eindelijk konden we tijd besteden aan de erotiek tussen de overspelige Masja en haar lover de luitenant Kolonel Vershinin. Lokaal stond stijf van de spanning toen beide spelers hun schroom lieten varen en de paringsdrift een uitweg vond. Mooie dag. Tevreden en gespannen verlieten de acteurs het lokaal. En toen stond Thomas Rupert klaar, de decorontwerper voor Moeder Courage, om zijn ontwerpen te vertonen, never a dull moment, want de volgende productie komt er al weer aan.
Tot morgen na de laatste doorloop waar ook Judith Herzberg, de vertaalster bij aanwezig zal zijn, spannend, in de ware betekenis van dat inmiddels platgetreden woord.

Woensdag 29 augustus

Woensdag 29 augustus
Heerlijk gewerkt aan de afscheidsscene tussen Irina en haar baron. Heerlijk klinkt pathetisch, maar ik heb geen ander woord in de aanbieding, het was heerlijk: iedereen later laten komen behalve die genoemde twee, in een leeg lokaal dorst ik me open op te stellen, voel me vaak belemmerd door zoveel mensen om me heen, klinkt ook weer aandachttrekkerig voor een toch redelijk ervaren regisseur zoals ik me langzamerhand wel voel. Het werk behelsde een regel of twintig, gevuld met aftastende woorden rond een verzwegen duel aan de vooravond van een ingewikkeld tot stand gekomen huwelijk. Irina bekent voor de zoveelste maal voor haar aanstaande geen liefde te kunnen voelen, maar hem trouw te beloven en goed voor hem te zullen zijn. De niet aan het wankelen te brengen liefde van haar baron is wel haar toeverlaat, haar steunpunt. Zo bespraken we al werkend de scene, zo lokten we elkaar uit onze tenten en toen gebeurde het toneelwondertje: Irina vleide zich tegen de borst van haar baron en vertelde hem haar schokkende teksten zo liefdevol, zo smekend om liefde, zo verlangend naar liefde dat het bijna een geluksmoment uit een bouquet-reeks dreigde te worden, ware het niet dat de baron nu op zijn beurt geen weerwoord had. Wat is liefhebben wanneer er geen verliefdheid aan ten grondslag ligt? Een fantoomgevoel? Misschien is Irina's onvermogen wel de garantie voor een gelukkig leven, en vindt zij aan het einde van de reis van het stuk haar evenwicht.

"Maar waarom ben je zo onrustig, wat is er gebeurd gisterenavond? " "Ik ben zo terug, ik heb nog geen koffie gehad, zet je wat koffie klaar?" En daar verdwijnt de baron op weg naar het duel om neergeschoten te worden. Heftig, heftig. Voorzichtig vroeg ik de acteurs de scene nog een keer te spelen, om elkaar te overtuigen dat we misschien wel op een goede weg waren. Er druppelden een paar collega's binnen, de interpretatie bleef overeind, zullen we maar zeggen, het was opgevallen, en mooi bevonden. Eigenlijk vind ik alles wat deze acteurs spelen zo mooi zo goed dat ik achterdochtig word, aan alles twijfel, en niet meer zeker weet of ik de goede begeleider ben. Geef ik nu les, regisseer ik, geef ik speelgelegenheid? Ik weet het niet, misschien wel alle drie de mogelijkheden. Ik hoop het voor mijn trouwe volgelingen, ik wil ze niet teleurstellen.

Toen was vrij snel er na de hele club compleet en begonnen we onder leiding van Kroft de changementen in te studeren, de scene wijzigingen tussen de eerste en de tweede en tussen de tweede en de derde acte. Na veel uitgezoek kwamen we in achtentwintig seconden in het eerste geval en eenentwintig seconden tot soepele overgangen bij open doek. ( hiermee is nog niet het raadsel opgelost dat in een van de eerdere weblogs ter sprake kwam: beginnen we bij open doek, dat blijft voor de lezer een raadsel tot hij of zij de voorstelling bezoekt)

Na de lunch gingen we weer aantekeningen van de gisteren gehouden doorloop doornemen, nu die van mijn neef Vincent, en van Carline Brouwer, die mede haar handtekening onder de casting zette. Daar waren pittige opmerkingen bij, niet zo omzichtig geformuleerd als ik mijn opmerkingen omkleed. En dat is maar goed ook, heldere taal, daar is een proces als dit mee gediend. Ook is het geven van critiek een gevaar, een regisseur bepaalt het tempo van de voortgang, verhaasting van een proces door anderen kan schadelijk zijn, voorzichtigheid is geboden. Mijn werkwijze is mijn hele regieleven afgestemd op het werktempo van iedere acteur afzonderlijk, ieders vooruitgang speelt zich in andere tijdsregionen af.Daarom ben ik zo verguld met de aandacht van anderen die aan mij overlaten wat ik met hun opmerking doe of wil teweegbrengen. Een speler die op een doorloop veel te ver gaat maakt mij blij, dan heb ik houvast om de lijn van de rol te helpen bepalen.Mooi voorbeeld was gisteren Natasja die door alle roeien en ruiten ging, en als een wildeman door de handeling struinde, zo moedig, zo onvervaard. Door die inzet bleek de bron van Natasjas ongeluk, niemand let op haar, waardoor ze, de aanvankelijke buitenstaanster in dit overgevoelige milieu, alleen nog maar tot wraakgevoelens in staat bleek. Voor het stadium waarin we verkeren goud waard. Maar...ze moet de heldin van de voorstelling zijn in de visie van ons allen, en zo wordt ze de gehate nouveau riche, de zonnebank arrivee die met grote voeten door de poceleinen zusterkast beent. Ze moet gelijk hebben, dat gezeur van de zusters moet beeindigd worden en dat kan alleen met helderheid in de argumenten, en onze Natasja ervoer nu al repeterende glashard dat de liefdevolle benadering de enige kans was.
Ben ik duidelijk, gebruik ik nu geen geheimtaal? Vast wel, maar niet voor de speelster, we werden het volledig eens. Morgen zullen we zien waar dat op uit draait.

De rest van de dag besteedden we aan het samenstellen van een wensenlijst van de spelers voor fragmenten waar ze extra aandacht wilden. Irina kwam met een lijst van twintig uitgewerkte momenten waar ze bij haar zelf onduidelijkheden dacht waar te nemen. Ik beloofde haar die morgen secuur, in volgorde te behandelen. Dit was Woensdag, twee dagen voor de laatste doorloop voor we naar Amersfoort vertrekken om de generales in Schouwburg de Flint te gaan houden. (Hoe moet ik tijdens de generales een weblog bijhouden, wanneer we in twaalfurige werkdagen de laatste hand aan de zusters gaan leggen?)

Taart op de verjaardag van Irina & Irina heeft vanaf nu lang haar


28 aug 2007

Dinsdag 28 augustus

Dinsdag. Het schrijven van dit weblog heeft ook iets lastigs: ik ben zo betrokken, zo midden in het proces aanwezig dat enige afstand mij vreemd is, een dramaturg die dagelijks bij het werken aanwezig is, of een assistent van de regisseur zou een geschiktere scribent zijn, die zou zich ook woorden van kritiek kunnen permitteren, zeker tegenover mij. Ik adoreer mijn spelers, zal geen kwaad woord over ze melden, wel hun twijfels, niet de mijne. Een dramaturg kan ook afstandelijk inhoudelijker op de materie ingaan, ik ben partij: de Drie Zusters is het theatrale wonderwerk van de vorige eeuw die nauwelijks een jaar oud was toen dit stuk het eerste gloeilamplicht zag. De verbindingen, de tekstuele leitmotiven waarmee het doorgeweven is verbazen mij nog dagelijks, iedere dag vallen er weer andere tekstverbindingen op: vandaag het woordje "vreemd", hoe vaak dat niet in de tekst voorkomt. Zou dat iemand opvallen, zou het opvallen wanneer de acteurs zich bewust zijn van die tekststructuur buiten hun rollen om? Of de frasen over de herinneringen, de onwillekeurige herinneringen a la Proust, het doen denken aan een voorwerp in combinatie met een gebeurtenis van nu, een weersgesteldheid op een dag van jaren geleden in combinatie met een gevoel van vandaag. Of zou Tsjechovs moderne scene gebruik opvallen, met zijn nauwelijks tot elkaar gerichte teksten, het lijken langs elkaar heenschuivende teksteskaders, schepen die elkaar in de nachtmist passeren. Vaak roep ik in vreemde extase, horen jullie wel wat je zegt, hoor je dat je tien bladzijden geleden het tegenoversgestelde hebt beweerd?

Ik blijf dus de onbetrouwbare verslaggever, ja de dramaturg die buitenstaander met een been binnenboord, ben ik jammergenoeg niet, dus moet de lezer het doen met mijn bevooroordeelde verslaggeving, zo subjectief als maar zijn kan.
De doorloop was prachtig, in een woord prachtig, daar moet u het mee doen, volgende keer zal ik, listig schiftend mijn werkaantekeningen in dit log verwerken, nu geef ik me de kans om te gaan slapen, tot morgen.

Repetitiefoto: Ian Bok als Tsjeboetykin, de dokter & Tanya Zabarylo als Irina, de jongste zus

Maandag 27 augustus

Maandag, vandaag de derde acte, de brandacte, en hopelijk een begin aan vier, het afscheid. Lien kwam terug van ziek geweest tezijn, pips, kon nog niet echt voluit repeteren, maar het was wel erg prettig weer compleet te zijn. Ian-de-dokter wilde vooraf praten over zijn rol, maar dat hadden we eigenlijk al telefonisch behandeld, we waren het erg eens over de opzet. Ian heeft het eigenlijk het lastigst omdat hij een oude dokter moet spelen met zijn vijf en dertig jaren. We spraken af, vanaf nu die leeftijd niet meer mee te laten spelen, een typering was uberhaupt al geen wens, snorren en baarden plakken zoals vroeger uiteraard geen optie, gewoon volle kracht vooruit, zich verplaatsende in des dokters eigenaardigheden en juist Ians jeugd in zetten, een dokter "tonen", "aangeven", niet "zijn". Het gesprek ontspande hem en zinnetje voor zinnetje viel in het patroon.

De brandacte waarin de slaapkamner van Irina en Olga het trefpunt is van alle elkaar doorkruisende levens leverde veel gesprekken op: wat een brand is die een streek teistert krijgen we vanuit het tragisch Griekenland dagelijks voorgeschoteld, die ramp met zoveel doden en hartverscheurende beeldgetuigenissen is een vreselijk voorbeeld voor ons gebleken: een halve wijk ligt in de as. Gevluchte bevolking schuilt in het huis van de zusters, en zij blijven maar doorwroeten in hun eigen problemen, voor hen is de brand een vuurgloed in de verte, die roet en verbrande fotos oplevert. Zelfs een verzoek om water uit hun rivier achter het huis te mogen pompen blijft uren liggen, omdat de dames en heren zichzelf belangrijker vinden. Ja een comite voor de armen, een pianoconcert ten behoeve van de slachtoffers, daar valt nog over te praten, eer worden wat kleren uitgedeeld, maar veel verder moet die brand niet komen. In 1812 stond Moskou in brand, Napoleon wist niet wat hij zag weet Ferapont te roepen, Naar Moskou blijft Irina verzuchten, brand of geen brand.

Goed gerepeteerd, morgen vierde acte en dan smiddags een doorloop. Tanja vraagt me een opdracht voor haar rol morgen, ik geloof dat ik er een erg goede uitperste maar vind het te opschepperig, of dikdoenerig om die hier te vermelden. Waarom dan de vraag toch vermeld? Om aan te geven hoe serieus zij met haar werk omgaat, en hoe gelukkig mij dat maakt, iets mooiers dan werken met serieuze acteurs bestaat er niet voor mij. Oei, gevaarlijk terrein: dus degenen die mij niet om een specifieke opdracht voor morgen benaderen zouden niet serieus zijn? Natuurlijk onzin, dit veertien koppig kamerorkestje werkt alsof zijn leven ervan afhangt, opdracht of niet, benieuwd naar de dag van morgen.

25 aug 2007

Vrijdag 24 augustus

"Als een man filosofeert is dat sofistiek, maar als een vrouw, nee nog
erger, twee vrouwen filosoferen, nou wat is dat, berg je dan maar"
Soljony, de onaangepaste officier, plaatst tot ongenoegen van de andere
spelers deze provocerende tekst. Masha, de oudste dochter reageert gebeten: "wat bent u
toch een onbehouwen kerel"...

Toen we deze tekstjes repeteerden, realiseerde ik me hoe opmerkelijk het was dat geen van de aanwezige actrices
zich aan die tekst ergerden, integendeel, er zelfs om konden lachen, waardoor het effect van die anti-vrouw tekst volstrekt teniet gedaan werd. Dertig jaar geleden toen we bij het Publiekstheater met deze scene bezig waren bevonden we ons in het feministische tijdperk. De mannen realiseerden zich nog nauwelijks wat deze doorrommelende revolutie terweeg zou brengen. Dus golfde alle vrouwen-haat er bij de toenmalige Soljony, Johan Ooms wellustig uit. Petra Laseur, de Masha van die dagen, schoot een vitriool mitrailleur op hem af met de woorden, "wat bent u toch een afschuwelijke kerel", heftige verontwaardiging. We discussieerden toen onder elkaar of Tsjechov wel het beste met de vrouwen voorhad, wanneer hij een man de gelegenheid gaf zich zo te uiten. We vonden het al zo bijzonder dat hij de drie vrouwen die perfecte veelzijdige opleiding had gegeven, hij de oudste zelfs directrice van de meisjesschool liet worden, wie weet was hij toch wel
een feminist avant la lettre.

Nu zijn we dertig jaar later, de golf is omgezet in reeksen verworvenheden, hoewel nog altijd veel ongelijkheid, niet in de kunsten en zeker niet bij het toneel, maar in de maatschappij daarbuiten, blijft heersen. Nederland loopt bij andere landen
zelfs achter in de ontwikkeling. Maar op de repetitie gaf deze tekst bij mijn drie jonge moderne volstrekt vrijgevochten vrouwen alleen maar een grappige reminicentie, zo van ach die Soljony dat is nu eenmaal een belachelijke gefrusteerde man, waarom zouden we ons druk maken om hem. In 77 heerste er een ijzige stilte rond zijn tekst, in 07 is het een one-liner, een lach, en een boze reactie meer niet.

Geen conclusie wil ik hier aan verbinden, anders dan wat zit er toch een beweging in tijd, wat beinvloeden externe factoren ons dagelijkse repetiewerk. Het is een open deur binnen ons vak, maar je moet die deur eens per dag even dicht doen, zelfs op slot zetten, om je weer te realiseren wat een eindeloze mogelijkheden ons interpreteren kan geven. Het leert mij in iedere geval niet een zin voor granted aan te nemen, omdat ik die zin toevallig nu al een tijdje ken, of omdat die zin een juist antwoord is, omdat die zin een verheldering geeft. Nee, niets is zo omdat het er staat, iedere ademtocht wijzigt een woord,een pauze doet een regel kelderen, een scherp gerichte blik stuurt een regel als een pijl vooruit, bij de herhaling blijkt de blik minder streng en de zin krijgt een andere zin. Dit werd gisteren weer eens duidelijk toen de dag begon met de
mededeling dat Lien-Masja ziek thuis bleef, ze voelde zich al dagen niet goed, was toch gekomen, vocht zich door haar scenes, om haar collega's niet te duperen met een mogelijke afwezigheid, maar gisteren was ze dus te ziek.
In eerste intstantie was ik benauwd dat ons hele dagrooster in de war zou komen, maar we besloten een van de soldaten haar
rol te laten lezen. Joris-Rode die bijna altijd aan de kant zit om aantekeningen te maken over het proces, kweet zich perfect van die taak,gaf rustig de zinnen van Masha's tekst aan, dus zonder een poging te "spelen". De acteurs om hem heen die dus andere reacties kregen in deze situatie, reageerden ook volstrekt anders. Dat maakte me wel een beetje gelukkig, want daardoor was zo goed te zien dat men nog altijd naar elkaar l u i s t e r t, en daar zijn reacties op afstemt.

In de tweede acte kon ik dit procede niet herhalen want toen had Joris-Rode zelf veel werk te doen op de scene. Dus werd Anne-Olga ingezet. Anne-Olga viel in dat tweede bedrijf dus midden in de opbloeiende liefdesscene van Masha met Versjinin. Ze pakte het totaal anders aan dan de zieke Lien: ze stortte zich er zonder enige interpretatie gehinderd in, boekje in de hand, en attaqueerde Jeroen-Vershinin als een loopse kat, een interpretatie die een mijltje of zes verder ging dan wij ons met Lien hadden voorgenomen. Er was wel veel over de liefde gesproken, over erotiek, maar dat was nog niet zichtbaar,
dus toen Jeroen_ Vershinin haar vervangster om zich heen voelde kronkelen werd er ineens een totaal andere manier van reageren van hem gevraagd. Wat gebeurde er? We hadden afgesproken dat Vershinin de onbeschaamde Don Juan zou zijn die zelfs waar anderen bij waren schaamteloos aan zijn nieuwe verovering zou zitten te frunneken, nu werden de rollen omgedraaid en begon de Don Juan in spe zich voor de anderen te generen dat Masha hem niet meer los kon laten. Hele gewone waarneminkjes zal de lezer zeggen, is dat nu de moeite waard voor een log? Jazeker, geachte lezer, ook wanneer u
zich binnen dit vak ophoudt: de repetitiepraktijk met gevorderden levert dan altijd lacherigheid, niet serieuzigheid op, altijd: daar helpt dan geen vermanend woord van de regie tafel vandaan tegen. Bij deze debutanten is alles, alles ernst en eerlijk, wat een verademing. En laten nu niet meteen ervaren toneelspelers in de web-pen klilmmen, dat zij ook serieus zijn,
" waarom val je ons met wie je al eeuwen hebt gewerkt nu af", nee ik val jullie niet af, ik wijs er alleen maar op dat ik deze benadering als nieuw ervaar. En daarom vind ik het ronduit een belediging dat de journaliste van de Volkskrant in een overigens best aardig verslagje over de drie zusters mij een oudgediende noemt. Oudgediende, omdat ik al een tijdje meedraai? Oudgediendes functioneren niet bij het toneel, bij de kunsten, die schakelen om vele redenen zich zelf uit. Wie noemt Bernard Haitink een oudgediende? Wie noemde Picasso een oudgediende? Wat een verwaandheid, hoe durft hij zich met die grootheden te vergeliljken? Omdat ik binnen het Nederlands toneel, in het kleine partikeltje dat het toneel in ons
dagelijks leven inneemt die functie vervul, omdat ik door een lang werkzaam leven langzamerhand toe ben om de grote stukken voor een tweede, soms derde maal te kunnen ensceneren, gerijpt, doordesemd. Ziezo dat is
er uit, dat zit me nu al sinds vanmorgen dwars, lang leve het weblog.

24 aug 2007

Op onderstaande foto's...

Kroft en ik oveleggen (naast ons Lottie de Bruijn die Anfissa speelt)
&
Lien De Graeve die de rol van Masja speelt

22 aug 2007

Woensdag 22 augustus

Het was een chaotische dag, geenzins de dirigenten dag waarop ik hoopte,
maar wel weer heel nuttig. Alle aantekeningen van de afgelopen dagen doorgenomen,
soms geef ik mezelf de gelegenheid in het
geheim te genieten van de aandacht die ik krijg. maar die moet ik
vervolgens wel weer waarmaken en belonen, acteurs die mij lange mails over
hun rol schrijven, goeie opmerkingen over elkaar hebben, kritisch
opsteunend,
Maar het was persdag, een evenement dat ik nog nooit had meegemaakt, een
leger fotografen, cameramensen journalisten die op de repetitie kwamen
kijken, waarna lange sessi interviews volgden, allemaal geolied
georganiseerd, perfect. Dat is toch wel een hemelsbreed verschil met het
gesubsidieerd toneel waar ik tenslotte vandaan kom. Alsof ik daar veel
bescheidener was in de trant van 'je maakt geen ophef van
iets dat er nog niet is, je treedt pas naar buiten wanneer je iets
waarachtigs te bieden hebt'.Zit wat in maar is niet erg publieksgericht
gedacht, hier moeten KAARTEN worden verkocht, dat staat voorop. Terecht.
Mijn jonge acteurs ondergaan vele vuurdopen koelbloedig, ook deze;ze
repeteerden rustig door in het gigantische rumoer. Veel journalisten
probeerden met prikvragen de samenwerking van mij met Kroft aan de orde
te stellen, begrijpelijk, want zoiets komt natuurlijk niet vaak voor. Maar
we konden samen naar waarheid verslag doen van een inspirerende periode
tot nu toe. Naar waarheid. Een uurtje eerder namelijk voor de schrijvende
en kijkende pers zijn opwachting maakte passeerden de passages de revue
die Kroft gisteren en eergisteren in haar eigen lokaal met enkele acteurs
had uitgedokterd, en alles wat ze had gedaan met de spelers was er op
vooruitgegaan, waarneembaar. Bijzonder om mee te maken dat Kroft en ik die
lijn nu samen te pakken hebben en in elkaars verlengde kunnen werken.
De Tsjechov regeltjes die ik wilde onderzoeken kwamen vandaag niet aan de
beurt, daar moet de lezer dus nog even op wachten, op het verslag daarvan
bedoel ik, hartelijke groeten namens de zusterclub

21 aug 2007

Dinsdag 21 augustus

Kom net terug van een werketentje met Kroft. Ze wilde praten. Heel goed zo'n initiatief, ik schiet in dat soort hartelijkheden chronisch te kort, monomaan aan het zusteren als ik nu ben bestaat het dagelijks leven al bijna niet meer. Merkwaardig, dat gaat nooit over, dat stuk neemt mijn bloedsomloop over lijkt het wel, mijn aorta is verlegd naar de achtertuin van de Prozorovs, van daaruit kan ik door de glazen deuren naar binnen kijken.
Terug naar het etentje: goed gesprek, we zijn bijna uit ons voordoek-dilemma, wat de uitkomst is ziet de lezer die komt kijken de achttiende september in de stadsschouwburg. Kroft benoemde haar plezier in de afglopen twee dagen, dagen dat ze alleen in een lokaal autonoom met de acteurs kon werken. Ik benoemde mijn verwachtingen hoe we de komende weken nu het er om gaat spannen de samenwerking overeind houden, het gaat nu zo goed samen, maar ik ben toch een verwende autoritaire alleenbeslisser. Daarom was zo'n bijeenkomstje als vanavond erg goed. Al was het alleen al om bij te komen van een stomme ingreep in mijn oor, waarvoor ik de repetitie moest verlaten: een vacantieverkoudheid die voor een merkwaardige doofheid borg stond werd met een verdoofde prik verholpen, bij god wat krijg ik morgen te horen?
Morgen gaan we weer gezamenlijk repeteren en is er een persbijeenkomst, nog nooit meegemaakt zoiets, ben benieuwd.
Morgen ga ik een paar Tsjechov zinnetjes behandelen en tegen het licht van onze tijd houden.
Morgen eerste acte, ik ga morgen mijn slag slaan, mijn acteurs laten bloeien, ik zal ze zichzelf niet laten herkennen.
Morgen moet die dag aanbreken die ik tot nu toe in iedere repetitieperiode heb meegemaakt, dat ik mezelf volledig vrij opstel, me in een roes breng, me Mariss Jansons wil voelen, en mijn acteurs het gevoel wil geven dat ze goden zijn.
Zal me benieuwen.

20 aug 2007

Maandag 20 augustus

Dit wordt een korte beschrijving. Vandaag hebben Kroft en ik voor het eerst gescheiden gewerkt, losse repetities, was erg prettig. Kan Kroft eindelijk haar opgekropte energie kwijt, ben benieuwd. Voor de acteurs denk ik wel plezant om eens wat extra aandacht te krijgen en weer eens anders verwoord. Ik bepaalde mij tot het relaties uitpluizen, hoe zit Tuzenbach in elkaar, bestaan er nog zulke hardnekkige minnaars, zulke doorzetters, tegen alle verdrukking in, die keer op keer worden afgewezen en zich niet uit het veld laten slaan. Minnaars die in Tsjechovs wereldbeeld niet met erotiek bezig zijn maar met idealisme. Moeten wij dat niet een beetje omdraaien? Zet hij het platte overspel van Natasja niet express tegenover Tuzenbachs "zuiverheid"? Waarom gaat Irina uiteindelijk in op zijn huwelijksaanzoek, jaren later, omdat ze hem niet kan weerstaan, omdat ze niet alleen wil blijven, omdat zij zijn idealisme deelt, het "werken" ? Hoe secuur wijst zij zijn liefde af, zitten in haar woorden misschien verlokkingen die wij als publiek niet opvangen? Geeft zij signalen af die alleen Tuzenbach in zijn voordeel interpreteert? Wat heeft de wereld aan de Tuzenbachs? Het gesprek erover maakt Tanya, onze Irina, opener, minder bozig, tot nu toe zat er irritatie in haar afwijzen, zo van, man hou nou eens op. Begrijpelijk maar niet geheimzinnig, niet dubbel genoeg. Toen we op de repetitie uitvonden om Irina slapend in Tuzenbachs armen op te laten dragen, en van zijn dialoog een monoloog voor het publiek bedoeld te laten maken, verschafte ons dat een exta inkijk in T's karakter, zo van ik zal jullie wel eens even uitlegeen hoe mijn baronnen-naam in elkaar zit, waar ik precies vandaan kom, dat ik helemaal geen Duitser ben al lijkt mijn naam daar op te wijzen. Ik denk dat iedere man in periodes van zijn leven wel een Tuzenbach wil zijn, en is geweest, en een Dulcinea na wil jagen, voor wie hij de windmolens in zijn ziel wil bevechten.. En daagt er dan een windmolen, concreet, staat zijn Dulcinea klaar, is de huwelijksdag bepaald dan laat hij zich in een nutteloos duel neer schieten, onze dode don Quichotte met de drie dubbele achternaam. Die rol had ik ooit wel eens willen spelen, heel lang geleden, maar misschien had ik hem dan niet begrepen. De driezusters gaat niet over Moskou, de drie zusters gaat over de liefde, laten we het daar op houden, de liefde.

19 aug 2007

Vrijdag 17 augustus

Het is nu Zaterdag, gisteren hadden we weer een doorloop, na een week hard schaven was het weer tijdom eens te zien of we vooruit gaan. Het werd Ja en Nee, de flonkering was er af, het was rustiger, iedereen, werkelijk alle spelers waren sprongen vooruit gegaan en toch ontbrak er iets, die flonkering. Eigenlijk was het een beetje saaier geworden, wanneer een gezamelijke poging verzandt in braaf opdrachten uitvoeren is de spirit er uit, iedereen voelde het, en ploeterde toch rustig door, verzamelend wat er was bereikt en daar op rustend,Dat was dus saai, met uiteraard uitzonderlijk mooie momentjes. Belangrijk eigenlijk, je bewust zijn dat een voorstelling in wording niet van de grond komt, dat levert stof op om aan ontbrekende inspiratie te gaan werken. We maakten eigenlijk een vrij traditionele Tsjechov mee, niet erg, het verhaal werd goed verteld, maar de reden waarom we het doen ontbrak, was niet te zien. Wij waren de dag nog zo mooi begonnen, eventjes iedereen bij elkaar voor aanvang, alleen de spelers, Kroft ,Rosanne en ik. toespraakje, samenspraakje, opwarmertje, mooi clubje in een winning mood.
Olga begint met haar eerste zinnetjes ons toe te spreken, toen een van de spelers vlak voor haar voeten, en in mijn ooghoek, nog eventjes zijn sokken ging uittrekken en omstandig aan zijn tenen begon te wrijven, alsof het nog een leslokaal op de toneelschool was. Ik onderbreek Olga, iets dat ik nooit doe, word op een beheerste wijze boos, er worden verontschuldigen geuit, we beginnen opnieuw, of liever Olga begint opnieuw, en toen kwam het niet meer goed. Sfeer weg, inspiratie weg. Had nog een keer moeten stoppen, vijf minuten koffiepauze moeten geven, maar dat deed ik niet. Arme Olga, die zo stralend wilde starten, was en bleef er uit, ze kreeg black-outs, en was eigenlijk meer en intensiever bezig die indispositie te maskeren dan een oudste zuster te spelen. Zo dapper van haar, maar het stuk kwam niet meer van de grond, het vliegen was voorbij, en het flonkeren was gedoofd. Door een sok en een gewreven teen!
Alleen Natasja liet zich niet in de luren leggen, ze had zich voorgenomen alles wat we deze week hadden gerepeteerd te verwerken, mij te laten zien, hoe hard ze had gewerkt buiten de repetities om, en het vertrouwen uit te stralen dat een creerende actrice zich door geen sok of teen in de luren laat leggen. Ik overdrijf natuurlijk fors, als een sok en een teen een hele voorstelling laat kelderen is er natuurlijk meer aan de hand. De sok-en-teen-acteur zelf had nergens last van en speelde zijn beste aandeel tot nu toe. Ook het niet-flonkeren legde veel misverstanden bloot, veel losse draadjes, veel niet passende toneellijntjes, dus werd het al met al een waardevolle doorloop die een tiental bladzijden aantekeningen opleverde, die ik na afloop gedeeltelijk meedeelde, want het verzwegene wil ik eerst dit weekend overdenken en dan uitwerken en maandag rustig aan mijn spelers meedelen.
Carl de componist stoeide met klanken, en ook dat was leerzaam, hij heeft een aangrijpende leitmotiefje ontwikkeld, dat alleen te vaak herhaald werd, heel filmisch, maar toneel is geen film en verdraagt die romantiek niet, ook weer leerzaam, spaarzaam met mooie dingen omgaan, dat had hij zelf ook wel door. Ja, zei hij, zo wordt het dokter Shivago, en dat is niet de bedoeling,
Na afloop verschilden Krift en ik diepgaand van mening over het gebruik van het voordoek, ik wil het voordoek en zij niet. Ik vind het langzamerhand zo ouderwets en achterhaald om altijd met open doek te beginnen, publiek ziet dan een niet belichte scenografie, die er altijd knullig uit ziet, publiek ziet dan acteurs als vreemde schimmen opkomen, hun plaats innemen en dan met een mooi lichtje erop beginnen met spelen. Ja, dat we spelen weten we toch, dat is zo maar ik wil een andere wereld tonen en niet suggereren dat alles maar gewoon is. Dat kan bij veel stukken, bij deze interpratie volgens mij niet. Nu draaf ik door en laat ik Kroft niet aan het woord, zal haar uitdagen dit meningsverschil op een volgend weblog van haar kant te belichten. Als compromis, ja compromis want we hebben wel een kwartier gediscussieerd over het voordoek en niet over de inhoud van het gespeelde, liet ik weten dat we het tijdens de generales op twee manieren zullen uit proberen, wie weet overtuigt ze mij. Van mij mag de voorstelling al begonnen zijn wanneer publiek de zaal binnen komt, maar dan duidelijk als voorstelling, maar dat lijkt me zo pretentieus, enfin, laat ik mijn oordeel opschorten. We gaan tenslotte al changeren bij open doek, van de eerste naar de tweede, van de tweede naar de derde acte. Dan is het pauze, doek dicht. en na de pauze biedt het decor een volstrekt ander beeld, en dat zou dan als we consequent zijn ook bij open doek "verkocht" worden, nou het is duidelijk ,ik weet het nog zo net niet. Laatste zin van het stuk, wisten we het maar, wisten we het maar, Tsjechov is op alles voorbereid.
P.S. de reagerende Lezer van afgelopen Maandag moet nog even op zijn antwoord wachten, mijn computer is stuk dus ik kan zijn tekst even niet tevoorschijn halen.

16 aug 2007

Donderdag 16 aug.

Onderweg naar Focus in de auto mijn dagelijkse Proustcollege onderdompeling, ben nu al aan de vierde Hoorcollege CD toe. ik vermeld it niet uit gewichtigdoenerij, zo van overdag met Tsjechov en dan ook nog in de auto Proust, maar om een beeld te geven van de staat van voorbereiding die nodig is om de zusterwereld in te kunnen duiken zonder de restanten van het eigen leven dat ook zijn deel op eist, de luchtsluis waar je doorheen moet om een vebeeldingswereld vorm te geven.
Weer een vreemde dag, nu was er dus in de middag een filmploeg om twee scenes vast te leggen, en een serie interviews af te nemen, heel professioneel. Bewonder het opvangvermogen van deze jonge spelers, ze zitten in zo een ingewikkeld creatief proces dat eigenlijk het licht van buiten nog niet kan verdragen, in ieder geval zo zie ik het, ergens in een geheim laboratorium, ver weg waar met onbekende middelen een zusterklimaat wordt gebrouwen.
Ik was werkelijk niet op mijn best vandaag, zouden ze het gemerkt hebben? Las gisteren het weblog van olga-anne, over haar tsjechov-worstelen tijdens het fietsen, ontroerend om te lezen: hoe zeg je ongeveer tien keer in een rol dat je Moe bent zonder dat het publiek meteen in slaap valt. Het eerste wat we deden vanmorgen was het daar over hebben met elkaar, we kwamen er uit: gewoon zeggen die tekst en niet spelen, niet spelen dat je moe bent, gewoon kwiek doorspelen en dan het tegendeel zeggen, simpel, publiek doet de rest, publiek vangt die mededeling op en verwerkt hem in zijn onderbewustzijn en relateert alles van de oudste zuster met haar vermoeidheid, publiek ziet haar er tegen vechten en er niet aan toegeven, Publiek brengt dan haar staat in verband met de handelingen die ze pleegt. En begrijpt waarom ze niet doorheeft dat de vracht hulpgoederen voor de slachtoffers van de brand voor de oude dienstbode te zwaar is, door haar vermoeidheid gaat ze plompverloren door met het opstapelen van weg te geven kleren. Het is een andere manier van slecht omgaan met het personeel dan die van Natasjsa die ook nog eens van de oude dienstbode eist dat die op staat wanneer zij binnen komt, twee verkeerde behandelingen, de ene door vermoeidheid, de andere door hyper stress van de bewijzerige soort.

Tussendoor een afschrift op mijn tafel van een pagina lang interview dat in Intermediair gaat verschijnen, bedwing ternauwernood nieuwsgierigheid. Voor Kroft begint het nu een lastige tijd te worden want nu moet ze zich behalve op het co-regieschap ook wijden aan het doelmatig assisteren van de productionele kant van het zustergebeuren, trof haar dus met stapels lijsten aan op een vergadering met de ontwerpsters en de theatertechnici, die aanblik gaf vertrouwen, alles wordt dus geregeld. Ik ben voor medewerkers kanp chaotisch want ik wil mijn invallen ogenblikkelijk in praktijk bewezen zien en ja, dat gaat natuurlijk niet, besef ik ook wel, en toch wil ik het.

Toen de filmers weg waren probeerden we de vierde acte uit, klopt allemaal nog niet, slot is nog niet in orde, ik wil ze zo graag aan het einde van de voorstelling schuilend onder de grote parasol, maar zover zijn we nog niet. Belangrijker nu is de kracht die Olga op moet brengen, tegen haar hoofdpijn en vermoeidheid in om haar treurige zussen bij te staan. Ze straalt een mooie kracht uit, ze is de vervangende moeder, de echte is al elf jaar dood, toen de jongste tien was, rekenden we uit moet de moeder zijn overleden, logisch dat de oudste zuster die toen zestien/zeventien geweest moet zijn voor haar jongere zusjes die taak overnam. De Vader wordt voor mij steeds meer de dominee uit Fanny en Alexander van Bergman, de zusters-vader was dan wel geen dominee, maar een brigadegeneraal, misschien nog wel erger. Hun broer bekent dik te zijn geworden na diens overleden, alsof hij onder een druk vandaan kwam waardoor zijn gewicht toenam. Ian de Dokter begint zich steeds meer thuis te voelen in zijn scherpe nihilistische waarnemingen, er wordt naar geluisterd en niet geluisterd, hij is de duistere god van dit gebeuren, hij bepaalt het denken, hij zet ons geregeld op de grond, ons publiek, en ook de spelers wanneer die weer eens hun hoogdravende en niet realistische toekomstgedachten spuien. Eigenlijk is iedere repetitiedag een volledige voorstelling, een kleine zaal voorstelling voor twaalf toeschouwers die er iedere keer van onder de indruk raken: om grote zalen van dit stuk te vervullen is een aparte techniek nodig, vergroting met behoud van de "kleine" intimiteit. Een schone taak.

Morgen Vrijdag, spelen we het hele stuk, een summing up van ons werk van deze week, waar echter geen conclusies aan mogen verbonden, niet in kwaliteit, niet in tijd(voorstellingsduur) maar wel in voortschrijdende diepgang, in besef van de inhoud van het stuk, dwarsverbindingen moeten worden blootgelegd, steekspel van blikken, onbegrip over verkeerd geplaatste woorden, wanhopige pogingen de geliefde te bereiken, het niet kunnen luisteren of accepteren van de afwijzing, het blinde doorzetten, het proberen af te dwingen van het gunstigste lot, en het mislukken van dat alles, ben benieuwd.

dinsdag 14 aug. en woensdag 15 aug.

Woensdag over dinsdag 14 aug.
Gisteren niets geschreven, te gecompliceerd allemaal, om op zulke overdrukke dagen die niet alleen met drie zusters zijn gevuld maar ook met planningen voor het volgende seizoen met de daarbij behorende rolverdelingen, in de late avonduren een evenwichtig verslag van de repetities te construeren. We werkten gisteren erg hard aan de derde acte, acteurs vonden me niet duidelijk, word ik moe of zo, zeg ik onzin, dan slaan twijfels toe die als hinderlijke gezellen mij al veertig jaar achtervolgen. Troost is dat anderen weer alert reageren op ieder wenkje, ach eigenlijk allemaal niet belangrijk, ik vermeld dit om de schijn te vermijden dat in dit repetitieparadijs nooit eens iets mis gaat.
Hoe eerlijk kan je zijn, wat verzwijg ik, alles moet natuurlijk altijd de positieve kant op, kleine irritaties op vermoeidheid schuiven, want wat er in werkelijkheid in een lokaal aan de hand is daar komt toch niemand achter, zelfs de documentaireploeg van de Avro niet die twee tot drie keer in de week bij ons bivakkeert. Acteurs in hun pogingen moeten ook beschermd worden, ik heb makkelijk praten,ik hoef niet te spelen. Morgen komt er al weer een andere filmploeg nu van het bedrijf van Van den Ende zelf om voor de inleidingen en nabesprekingen repetitiefragmenten op te nemen. Geweldige goodwill. want de toneelafdeling heeft daar geen geld voor.. Derde bedrijf, het brandbedrijf krijgt mooi vorm. Hoe bewaak ik alles wat er aangeboden wordt, zelden zoveel zuiverheid gezien, zelden zo trucloos zien repeteren, wat ik al vaker schrijf, dat bagageloze spelen is zo eerlijk. zo echt dat ik sommige regels uit de mij toch overbekende zusters voor het eerst hoor, of met elkaar in verband breng. Na afloop van de repetitie nog een lang gesprek met de actrice die in friesland Irina speelde en een stukje van onze repetitie bij woonde. daarna vergadering voor vandaag voor bereiden. Te laat naar bed.

Woensdag 15 aug.
Vierde acte, na een slopende vergadering.
Acteurs zagen mijn afwezig glazig binnenkomen, en zetten zich hyper geconcentreerd in. Masja en Irina openden afgronden en vergezichten, ze varieren of ze als in een vioolconcert eigen gevonden cadanzen uitproberen, wat zou Tsjechov dit prettig hebben gevonden, die twee moderne vrouwen die zo actueel met zijn honderd jaar oude tekst omgaan. Alle drie de zussen zoeken en zoeken, na in dat brandbedrijf voor het eerst met zijn drieen te kunnen spelen, de eerste scene van het eerste bedrijf wordt tenslotte onderbroken door die vele interrupties van de baron en de dokter. Hier bekent Masja haar affaire met de commandant, ze deed het lachend, vrolijk bijna, daardoor werkte het zo tragisch, je zag haar afgrondelijke angst voor het vergooien van haar leven en tegelijkertijd de verslaving aan haar geliefde.
Wat zou het overigens goed zijn als de studieleiders van de drie toneelscholen zich eens op de repetitie vertoonden om minstens waar te nemen hoe verschillend de achtergrond is die zij hun studenten meegeven, om eens en gros comite te bespreken wat de basisgegevens zijn waarmee een toneelspeler in spe de beroepswei wordt ingestuurd. Alle drie de scholen hoe basaal verschillend zij ook van elkaar zijn in hun educatieve opvatting zouden iets mee kunnen nemen van de verworvenheden of tekortkomingen van hun collegascholen. Er zou een landelijk eindexamen moeten komen voor toneelscholen van onafhankelijke leraren voor de algemene vorming, voor het basispakket dat in de rugzak van de toekomstige speler zou moeten zitten.Dan kunnen de drie scholen verder hun specifieke opdrachten binnen de eigen beoordelingen houden, maar het algemene aspect van het in het openbaar optreden met teksten van schrijvers voor zalen van minstens vijfhonderd mensen moet een apart onderdeel worden, waar specifieke eisen aan gesteld worden. Hoe kijk je naar een stuk, wat zou je er mee willen zeggen. hoe help je met je collega’s een ensemble opbouwen. Het zou geen probleem moeten zijn dat toneelstudenten die ambitie niet zouden hebben, het is een apart vak namelijk, net zoals studenten in Amsterdam voor de Kleinkunst worden opgeleid, iets heel specifieks.

Enfin, ik gooi maar weer eens een toneelschoolbommetje, laat het wat reacties opleveren en niet alleen van de scholen, maar ook van de afgestudeerden. Ik wil graag dit strijdperk in, alles voor het behoud van die fragiele vorm die toneelspeelkunst wordt genoemd. Het ga u allen goed, en speciaal de lezer die afgelopen maandag reageerde, as zondag ga ik u antwoorden.

14 aug 2007

Maandag 13 augustus

Maandag was een Maandag, vandaag ging het gewoon niet zo goed, eigenlijk een zegen, alles verliep zo voorspoedig dat moest eens uit de bocht vliegen. Dat gebeurde vandaag dus, allerlei uit de bocht vliegerijen.
Heel belangrijk dat iedereen weer eens tegen een stevige muur opliep, of in voorspelbare valkuilen stapte. Het was saai, eigenlijk, knap saai, laat ik het daar maar bij laten. Ga het repetitie systeem een beetje bijstellen, doorlopen alleen nog maar aan het eind van de week, detailleren, detailleren. Een werk dat lastig is met zo'n grote cast, omdat iedereen dan op zijn top moet repeteren om het mogelijk te maken dat een van hen eens stevig onder handen kan worden genomen. Of iemand die zelf iets wil uitproberen, daar zijn dan veertien acteurs voor nodig..ach wat zeur ik, ik verheug me weer op morgen.
Overigens is er een eerste reactie binnen, een hele lange, vrij wetenschappelijke
benadering, heel interessant, ga eens goed nadenken hoe die onbekende persoon te antwoorden. Goedenacht vrienden.

13 aug 2007

Zondagavond 12 augustus: een aanvulling en een oproep

Aanvulling op het mise-en-scène log van een week geleden en een oproep aan de lezer

Op de nabespreking met Kroft en Rosanne (de dramaturge) kwam haarscherp iets naar boven dat onze samenwerking kan verstevigen. Kroft kwam namelijk tot de conclusie dat zij "kijkt” en dat ik "luister". Ik luister en zie dan wat, en zij dus andersom. Kroft hangt terecht die moderne school aan, ik tracht door eerst het luisteren te beoefenen het kijken er mee in verband te brengen. Zij moet op dit log maar haar volgorde aangeven, een volgende keer. En als het goed is beoefent Rosanne beide modellen.
Ooit ben ik in mijn verre verleden ook hoofdzakelijk kijkend begonnen, oogstrelende mise-en-scène die uitdrukten hoe ik tegenover de inhoud stond. Later wilde ik weten wat er gezegd werd, en werd beeld steeds minder opdringerig.
Toen ik voor de vakantie Krofts Drie Zusters bij Tryater zag, werd ik meegenomen door beeldenformaties die mij haar inhoud meedeelden, dus denk ik dat we niet veel uit elkaar liggen. Is het alleen maar een kwestie van benoeming, terwijl je met hetzelfde bezig bent? Misschien verschilt er iets in de volgorde die uiteindelijk dezelfde uitkomst geeft, ik ben er nog niet uit. Heeft geen van de vele lezers, er blijkt een grote schare lezers uit de teller van dit weblog, niet de behoefte om op dit schijnbare dilemma te reageren? Ben benieuwd!

Vrijdag 10 augustus

Dizzy day door twee aktes, de eerste twee zonder noemenswaardige onderbreking gespeeld door mijn clubje. Ze maken in al hun ernst een zorgeloze indruk, zorgeloze ernst. Hun zenuwen zullen wel gieren, maar het valt nauwelijks op.Weer waren er veel belangstellenden, die na afloop redelijk verguld leken met het voorlopige resultaat. Er viel ook werkelijk iets te zien, er gloorde iets dat op de vreemde binnenwereld van de 3Zusters leek. Hun gekooide, opgekropte verlangens, hun vreemde reageren op een buitenwereld die ze als suf en saai ervaren maar waar ze zelf geen verandering in wensen aan te brengen dan alleen die niet realistische droom om weer naar Moskou terug te gaan.
Meer en meer begint Justus, die de Latijnse leraar speelt, een inwoner van het stadje te worden: kleingeestig, bekrompen, het wandelende voorbeeld van een provinciaal, hij begint zijn goed bedoelde stupiditeiten streng gedoseerd de zustersvilla in te slingeren, tot afschuw van zijn vrouw. Lien-Masja speelt het cultuurverschil met grote finesse, haar man beheerst vast en zeker het Latijn tot in de puntjes maar loopt er mee te koop op een wijze die haar met beschaafde afschuw vervult. Haar talentvol pianospelen weet hij haar afhandig te maken, veel in de plaats ervoor heeft hij haar niet te bieden. Als toeschouwer wil je ingrijpen, mijn god, luister toch eens naar elkaar, jullie vermoorden elkaars zielen door niet te luisteren, wat blijft er dan over dan zinloze nutteloze verdorde blaadjes. Koelygin zegt wel “Masja is mooi” maar je ziet hem niet naar haar k i j k e n. Ja, in het openbaar zeggen “Wat ben je mooi” levert alleen maar afgrijzen op.
Laura Mentinck toont met haar groeiende Natascha door kordaat en tegelijkertijd liefdevol optreden, het onrealistische van de drie zusters van haar man. Haar sluipende huishoudrevolutie wint grond, ieder jaar wordt er een nieuwe kamer in het zusterhuis in beslag genomen ten bate van haar groeiende kindertal.
Alle inwoners stellen teleur in de ogen van de drie verwende meisjes, ook die "vreselijke" meisjes in de klas bij Olga, niets is goed. "Ze hebben me laten trouwen, eerst leek hij me wel wat, maar nu vind ik hem niets meer" zegt Masja. Luisteren, goed luisteren hebben ze verleerd, onze meisjes. Want Versjinin, de binnengewaaide opvolger van hun overleden vader, laat ze duidelijk weten dat wanneer je depressief bent Moskou ook geen oplossing biedt: "Wanneer je daar in de grachten kijkt vergaat je de lust om te leven, nee, dan bij jullie, hier, die wild stromende rivier en die prachtige berken, die heb je in Moskou niet". Als we het ons goed herinneren is een van de eerste opmerkingen van Olga "Kijk eens hoe mooi die berken zijn". De berken die Natascha aan het eind van het stuk zal omkappen. Versjinin is een gezant uit een andere wereld, die als een Messias wordt gezien, maar die weinig nieuws en weinig opwekkends te melden heeft. Alleen zijn uniform verschaft hem enige zekerheid, verder verafschuwt hij zijn leven, zijn vrouw die alleen maar in filosofieboeken leeft, en heeft hij alleen maar mededogen met zijn twee dochtertjes.
Ik zou een saai weblog van pagina’s lang kunnen schrijven van al mijn belevenissen op zo'n dag, waarin acteurs de berg naar een rol beklimmen, waarin ze al klauterend en aan uitsteeksels hangend hun gevoelens openleggen. De ene speelt, de andere legt zijn tekst over zijn eigen persoon, de ander wroet nog in de betekenis, weer een ander herinnert zich exact wat hij of zij een vorige repetitie uitprobeerde en voegt daar dan een variant aan toe. Alle wijzen van repeteren, van creëren, van atelierwerk, passeren zo'n doorloopdag de revue. We zitten met zijn allen in een woud met evenveel boomsoorten als er rollen en mensen op het toneel staan, veertien rollen en veertien acteurs: acht en twintig worstelingen. Wat mooi. Kijkend en luisterend voel ik mij een ander mens dan die auto rijdt, dan die met zijn kleinkinderen speelt, dan die een boterham eet. Naar spelers kijkend verdwijnen mijn eigen verwarde gevoelens en voel ik me completer dan ooit. Repeteren is als drugsverslaving: waarom kan ik niet vier en twintig uur repeteren? Mensen vormen zich in mijn hoofd, ik test mijn omgeving op gelijkenis met de zusters, met de nihilistische dokter, die zwakke god die niet meer in het verschijnsel mens geloven kan, waar zo weinig van over is na een leven van teleurstellingen, dat hij moeiteloos bij de moord op Tuzenbach aanwezig kan zijn. Terwijl hij zegt zoveel van Irina te houden die nu de volgende dag niet trouwen kan. En die op een stoeltje gaat zitten en een vaudeville liedje zingt: “Tarara boem diee”, het negentiende-eeuwse in alle talen verstaanbare liedje van de eeuwige copulatie, en die daarna niet anders meer weet te zeggen dan: “Ach wat doet het er toe, wat doet het er toe.” Omdat alles er zo veel toe doet.