Maandag, vandaag de derde acte, de brandacte, en hopelijk een begin aan vier, het afscheid. Lien kwam terug van ziek geweest tezijn, pips, kon nog niet echt voluit repeteren, maar het was wel erg prettig weer compleet te zijn. Ian-de-dokter wilde vooraf praten over zijn rol, maar dat hadden we eigenlijk al telefonisch behandeld, we waren het erg eens over de opzet. Ian heeft het eigenlijk het lastigst omdat hij een oude dokter moet spelen met zijn vijf en dertig jaren. We spraken af, vanaf nu die leeftijd niet meer mee te laten spelen, een typering was uberhaupt al geen wens, snorren en baarden plakken zoals vroeger uiteraard geen optie, gewoon volle kracht vooruit, zich verplaatsende in des dokters eigenaardigheden en juist Ians jeugd in zetten, een dokter "tonen", "aangeven", niet "zijn". Het gesprek ontspande hem en zinnetje voor zinnetje viel in het patroon.
De brandacte waarin de slaapkamner van Irina en Olga het trefpunt is van alle elkaar doorkruisende levens leverde veel gesprekken op: wat een brand is die een streek teistert krijgen we vanuit het tragisch Griekenland dagelijks voorgeschoteld, die ramp met zoveel doden en hartverscheurende beeldgetuigenissen is een vreselijk voorbeeld voor ons gebleken: een halve wijk ligt in de as. Gevluchte bevolking schuilt in het huis van de zusters, en zij blijven maar doorwroeten in hun eigen problemen, voor hen is de brand een vuurgloed in de verte, die roet en verbrande fotos oplevert. Zelfs een verzoek om water uit hun rivier achter het huis te mogen pompen blijft uren liggen, omdat de dames en heren zichzelf belangrijker vinden. Ja een comite voor de armen, een pianoconcert ten behoeve van de slachtoffers, daar valt nog over te praten, eer worden wat kleren uitgedeeld, maar veel verder moet die brand niet komen. In 1812 stond Moskou in brand, Napoleon wist niet wat hij zag weet Ferapont te roepen, Naar Moskou blijft Irina verzuchten, brand of geen brand.
Goed gerepeteerd, morgen vierde acte en dan smiddags een doorloop. Tanja vraagt me een opdracht voor haar rol morgen, ik geloof dat ik er een erg goede uitperste maar vind het te opschepperig, of dikdoenerig om die hier te vermelden. Waarom dan de vraag toch vermeld? Om aan te geven hoe serieus zij met haar werk omgaat, en hoe gelukkig mij dat maakt, iets mooiers dan werken met serieuze acteurs bestaat er niet voor mij. Oei, gevaarlijk terrein: dus degenen die mij niet om een specifieke opdracht voor morgen benaderen zouden niet serieus zijn? Natuurlijk onzin, dit veertien koppig kamerorkestje werkt alsof zijn leven ervan afhangt, opdracht of niet, benieuwd naar de dag van morgen.
28 aug 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten