"Als een man filosofeert is dat sofistiek, maar als een vrouw, nee nog
erger, twee vrouwen filosoferen, nou wat is dat, berg je dan maar"
Soljony, de onaangepaste officier, plaatst tot ongenoegen van de andere
spelers deze provocerende tekst. Masha, de oudste dochter reageert gebeten: "wat bent u
toch een onbehouwen kerel"...
Toen we deze tekstjes repeteerden, realiseerde ik me hoe opmerkelijk het was dat geen van de aanwezige actrices
zich aan die tekst ergerden, integendeel, er zelfs om konden lachen, waardoor het effect van die anti-vrouw tekst volstrekt teniet gedaan werd. Dertig jaar geleden toen we bij het Publiekstheater met deze scene bezig waren bevonden we ons in het feministische tijdperk. De mannen realiseerden zich nog nauwelijks wat deze doorrommelende revolutie terweeg zou brengen. Dus golfde alle vrouwen-haat er bij de toenmalige Soljony, Johan Ooms wellustig uit. Petra Laseur, de Masha van die dagen, schoot een vitriool mitrailleur op hem af met de woorden, "wat bent u toch een afschuwelijke kerel", heftige verontwaardiging. We discussieerden toen onder elkaar of Tsjechov wel het beste met de vrouwen voorhad, wanneer hij een man de gelegenheid gaf zich zo te uiten. We vonden het al zo bijzonder dat hij de drie vrouwen die perfecte veelzijdige opleiding had gegeven, hij de oudste zelfs directrice van de meisjesschool liet worden, wie weet was hij toch wel
een feminist avant la lettre.
Nu zijn we dertig jaar later, de golf is omgezet in reeksen verworvenheden, hoewel nog altijd veel ongelijkheid, niet in de kunsten en zeker niet bij het toneel, maar in de maatschappij daarbuiten, blijft heersen. Nederland loopt bij andere landen
zelfs achter in de ontwikkeling. Maar op de repetitie gaf deze tekst bij mijn drie jonge moderne volstrekt vrijgevochten vrouwen alleen maar een grappige reminicentie, zo van ach die Soljony dat is nu eenmaal een belachelijke gefrusteerde man, waarom zouden we ons druk maken om hem. In 77 heerste er een ijzige stilte rond zijn tekst, in 07 is het een one-liner, een lach, en een boze reactie meer niet.
Geen conclusie wil ik hier aan verbinden, anders dan wat zit er toch een beweging in tijd, wat beinvloeden externe factoren ons dagelijkse repetiewerk. Het is een open deur binnen ons vak, maar je moet die deur eens per dag even dicht doen, zelfs op slot zetten, om je weer te realiseren wat een eindeloze mogelijkheden ons interpreteren kan geven. Het leert mij in iedere geval niet een zin voor granted aan te nemen, omdat ik die zin toevallig nu al een tijdje ken, of omdat die zin een juist antwoord is, omdat die zin een verheldering geeft. Nee, niets is zo omdat het er staat, iedere ademtocht wijzigt een woord,een pauze doet een regel kelderen, een scherp gerichte blik stuurt een regel als een pijl vooruit, bij de herhaling blijkt de blik minder streng en de zin krijgt een andere zin. Dit werd gisteren weer eens duidelijk toen de dag begon met de
mededeling dat Lien-Masja ziek thuis bleef, ze voelde zich al dagen niet goed, was toch gekomen, vocht zich door haar scenes, om haar collega's niet te duperen met een mogelijke afwezigheid, maar gisteren was ze dus te ziek.
In eerste intstantie was ik benauwd dat ons hele dagrooster in de war zou komen, maar we besloten een van de soldaten haar
rol te laten lezen. Joris-Rode die bijna altijd aan de kant zit om aantekeningen te maken over het proces, kweet zich perfect van die taak,gaf rustig de zinnen van Masha's tekst aan, dus zonder een poging te "spelen". De acteurs om hem heen die dus andere reacties kregen in deze situatie, reageerden ook volstrekt anders. Dat maakte me wel een beetje gelukkig, want daardoor was zo goed te zien dat men nog altijd naar elkaar l u i s t e r t, en daar zijn reacties op afstemt.
In de tweede acte kon ik dit procede niet herhalen want toen had Joris-Rode zelf veel werk te doen op de scene. Dus werd Anne-Olga ingezet. Anne-Olga viel in dat tweede bedrijf dus midden in de opbloeiende liefdesscene van Masha met Versjinin. Ze pakte het totaal anders aan dan de zieke Lien: ze stortte zich er zonder enige interpretatie gehinderd in, boekje in de hand, en attaqueerde Jeroen-Vershinin als een loopse kat, een interpretatie die een mijltje of zes verder ging dan wij ons met Lien hadden voorgenomen. Er was wel veel over de liefde gesproken, over erotiek, maar dat was nog niet zichtbaar,
dus toen Jeroen_ Vershinin haar vervangster om zich heen voelde kronkelen werd er ineens een totaal andere manier van reageren van hem gevraagd. Wat gebeurde er? We hadden afgesproken dat Vershinin de onbeschaamde Don Juan zou zijn die zelfs waar anderen bij waren schaamteloos aan zijn nieuwe verovering zou zitten te frunneken, nu werden de rollen omgedraaid en begon de Don Juan in spe zich voor de anderen te generen dat Masha hem niet meer los kon laten. Hele gewone waarneminkjes zal de lezer zeggen, is dat nu de moeite waard voor een log? Jazeker, geachte lezer, ook wanneer u
zich binnen dit vak ophoudt: de repetitiepraktijk met gevorderden levert dan altijd lacherigheid, niet serieuzigheid op, altijd: daar helpt dan geen vermanend woord van de regie tafel vandaan tegen. Bij deze debutanten is alles, alles ernst en eerlijk, wat een verademing. En laten nu niet meteen ervaren toneelspelers in de web-pen klilmmen, dat zij ook serieus zijn,
" waarom val je ons met wie je al eeuwen hebt gewerkt nu af", nee ik val jullie niet af, ik wijs er alleen maar op dat ik deze benadering als nieuw ervaar. En daarom vind ik het ronduit een belediging dat de journaliste van de Volkskrant in een overigens best aardig verslagje over de drie zusters mij een oudgediende noemt. Oudgediende, omdat ik al een tijdje meedraai? Oudgediendes functioneren niet bij het toneel, bij de kunsten, die schakelen om vele redenen zich zelf uit. Wie noemt Bernard Haitink een oudgediende? Wie noemde Picasso een oudgediende? Wat een verwaandheid, hoe durft hij zich met die grootheden te vergeliljken? Omdat ik binnen het Nederlands toneel, in het kleine partikeltje dat het toneel in ons
dagelijks leven inneemt die functie vervul, omdat ik door een lang werkzaam leven langzamerhand toe ben om de grote stukken voor een tweede, soms derde maal te kunnen ensceneren, gerijpt, doordesemd. Ziezo dat is
er uit, dat zit me nu al sinds vanmorgen dwars, lang leve het weblog.
25 aug 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten