Laat ik maar over andere dingen schrijven, de diverse stadia van de voorstelling in wording kan ik niet in woorden vertalen, toneel, gespeeld toneel is iets anders dan woorden, daar moet je een dichter voor zijn.Misschien is dat wel de reden waarom ik me zo erger aan al die notities die mensen in kranten schrijven over een verschijnsel dat zich niet in woorden laat vatten. Wat zullen er nu weer mensen als Kester Freriks van de NRC boos zijn, vooral hij die zo zijn best doet zijn favortiete kunstvorm in woorden om te zetten om daarmee zijn lezers aan te zetten naar de schouwburg te gaan. En hij heeft gelijk natuurlijk, maar ik kan nu eenmaal niet anders dan iedere andere mening over iets dat ik mooi vind , als merkwaardig te beschouwen.
Toneel , toneel ondergaan is voor mij het in stilte beleven van een gedicht, in een gedicht behoor je te verdwalen, in een voorstelling ook, niemand hoeft mij de uitgang van dat labyrinth te wijzen, we worden al op zoveel gewezen. De massaliteit van een toneelgebeuren is soms al ergerlijk genoeg, die mensen om je heen, die bewegen, die knisperen, die zuchten, die silhouetten tussen mijn ogen en een speler zijn al belemmerend genoeg. Terwijl toneel niet bestaat zonder door al die ogen bekeken te worden, hoe meer ogen hoe beter, hoe meer middelen dat oplevert om een nieuw evenement van de grond te tillen, ik weet het, ik doe er mijn hele leven fanatiek aan mee, sta op biljarttafels om mijn kunst aan de man te brengen, leen me voor interviews met mensen die nog nooit van de drie zusters hebben gehoord, wie ik de inhoud moet verklaren. En ik doe het met liefde en met inzet van al mijn beperkte mogelijkheden, houd inleidingen en leid nabesprekingen om maar zoveel mogelijk extra informatie te verschaffen die het afbladderende toneelklimaaat nog enig fundament zou kunnen b zorgen. En toch, en toch. Dat ene moment, die ene blik, dat ene woord waar ik iedere avond opnieuw op wacht en dat altijd op de meest onverwachte momenten opduikt, niet bedoeld, niet bedacht, niet geregisseerd, dat moment is de krachtbron die mijn kijkmotor draaiend houd, mijn hele dag is er door ingenomen, dat verwachtingsvolle hopen op wat er vanavond weer ergens in de kiertjes van de zusters moet opbloeien. Gisterenavond een ogenvlucht van Mashja, een verdwaalde vinger van Koeligin die zijn eenzaamheid minutieuzer vorm gaf dan de woorden die Tsjechov schreef. Tsjechovs woorden die ogen en vingers sturen, die zoeken en graven tussen triljarden zandkorrels naar dat ene glinstertje.
Laat ik maar over andere dingen schrijven, zoals bijvoorbeeld over de in leiding gisterenavond in Oss. Mijn trouwe medewerkster Elze die een heel programma had samengesteld om daarmee haar eerste inleiding te starten. Er waren bijna tweehonderd (!) bezoekers op afgekomen, die om zeven uur al een goed plaatsje in de grote rotonde opzochten, Elze had een filmpje van het repetitieproces laten maken om publiek een inzicht tegeven in het werk dat voorafgaat aan een voorstelling, met intervieuws met de spelers, met fragmentjes van oudere voorstellingen, zo intelligent gemaakt en zo ideaal vormend. Daarna vraaggesprekje met de regisseur, en afsluitend met de mogelijkheid voor het publiek om vragen te stellen. Het was haar premiere, haar spannende moment of alles wat ze bedacht en voorbereid had zou werken. Af te lezen aan de bedankjes die zij van wildvreemde mensen kreeg was het bijzonder geslaagd. Zelden werd publiek serieuzer genomen. En tijdens de avondvoorstelling die er op volgde, voelde ik duidelijk dat de helft van het publiek de atmosfeer van het gebeuren bepaalde: voorbereide mensen die de andere helft, er zaten meer dan vierhonderd mensen, op intelectueel en belangrijker, emotioneel sleeptouw namen.
Laat ik maar schrijven dat ik een mooie avond heb gehad, dat de middagbespreking met de spelers en de repetitiefragmentjes die daar uit voortkwamen hun vruchten hebben afgeworpen: de voorstelling goeit en groeit, het spel verlevendigt, het tempo wordt intenser, binnen het minutenschema van het stuk spelen zich steeds meer en andere intensiteiten af. Een opdracht, of liever een verzoek om onvoorbereid voor iedere speler drie fluistermomenten in de rol te zoekn, werd moeiteloos door de spelers omgezet in inkijkjes in de bodemloze afgrond die men ziel pleegt te noemen, en weer was ik een beetje gelukkig, Tanya die Irina de jongste dochter speelt die het voor elkaar kreeg in die vier jaren die de voorstelling omspant tien jaar ouder te worden en dat in de twee uur die de voorstelling duurt, van een bakvissen liefde voor de oude kolonel tot en met het verstandshuwelijk met haar baron, laat ik het daar bij houden, want over dat verstandshuwelijk valt natuurlijk wel het een en ander te zeggen, misschien een andere keer, wanneer de kritische euforie over het spel van deze jeugdige topgroep mij te veel wordt.
Vanavond bezoeken we Baarn, uitverkocht, klein speeloppervlak, decoraanpassingen, weer een nieuw avontuur voor mijn trouwe clubje, voor mijn veertien leden tellende tijdelijke theatergezin. Verheug me, daar laat ik het bij, gegroet lezer die tot hier is gekomen.
15 sep 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten