6 aug 2007

Vrijdag 3 augustus

Vrijdag, eerste doorloop na vijf dagen "op de vloer", gaan we het stuk dus in zijn geheel doen, als een soort operatie zonder narcose. Om iedereen gerust te stellen vertel ik wat sprookjes over "we hoeven het niet af te krijgen, resultaat telt niet, opkomst vergeten doet er niet toe, tekst vergeten geen probleem, leg wel op betrouwbare plekken je rekwisieten klaar en na elke acte drie minuten pauze om alles beetje goed klaar te zetten.
Het overbeschermende klimaat bij het gesubsidieerde toneel zou op dit soort wurgdagen een cameraploeg niet toelaten, laat staan een journaliste of andere belangstellenden. Bij ons zit het lokaal vol, waardoor ik weer zit te verlangen naar een grotere ruimte. We zitten zo opgepropt en omdat er geen ramen open mogen op straffe van een gierend alarm en hoge boetes, kan alleen tussendoor een gierende airco uitkomst bieden, maar wanneer die zijn verfrissende arbeid heeft gedaan zit iedereen met neusverkoudheid en dikke jassen aan. Kroft en ik die de hele dag op onze stoelen zitten, zijn nu rijp voor Davos (Waarom sta je dan niet eens op? Nou, om niet in de verleiding te komen dingen voor te spelen, om mijn spelers zoveel mogelijk alles zelf te laten ontdekken).
Spanning in het lokaal. Acteurs lijken op bedrijvige mieren die hun strootjes ordenen, wie neemt de leiding, wie begint? De eerste die spreekt begint, zou je zeggen. Maar in deze opzet is bijna iedere acteur al op het toneel en Olga die de eerste woorden zegt tegen de zaal, staat dus met haar rug naar haar collega's toegekeerd. Ik hou me afzijdig, laat haar beslissen. Ze staat stijf van de zenuwen, zo heb ik haar nog niet gezien, het duurt dus een bladzij lang eer ze terug is bij waar ze al had moeten zijn. Zal ik het hele gedoe maar opnieuw laten beginnen? Twijfel hevig. Wanneer ik nu al ingrijp, schrikken ze: "Zie je wel, het moet dus wel op resultaat" zou hun terechte reactie zijn. Nee, maar niet doen, laat ze maar eens een tijdje aanmodderen.
Eerste bladzij van de 3Zusters is bijna een monoloog van Olga en die zit al zo vol tegenstrijdigheden dat je toch niet door hebt hoe een en ander in elkaar zit. Misschien denkt het controle apparaat van Olga (Anne) wel: "Nou valt me mee dat ik het niet moet overdoen, want dit lijkt echt nergens naar" vervolgens schiet haar zekerheid van vijf repetitiedagen weer in de nog nauwelijks afgesproken vers gegraven groef en ze is op haar oude-nieuwe niveau.
Het is de eerste keer, schreef ik al eerder in een werkverslag, dat ik op deze manier werk, heel snel alles laten gebeuren en vertonen. Ben er ook niet zeker van of het goed is, acteurs zouden te snel kunnen denken dat dit de richting is die we op moeten en dat we nu eigenlijk alleen nog maar bezig moeten zijn met alles vast te leggen. Spookgedachten, niemand denkt dat, alleen mijn angstige ik. Sommige van de spelers slaan zich door de hele dag heen met een bravoure en een schijn van zekerheid die zo verrassend is, mijn artistieke hart gaat uit naar de zoekers. Hierop zullen de zekeren zeggen " wij zoeken ook, maar onder een schilletje schijn".
Kroft moet souffleren, maar wil liever kijken en aantekeningen maken. Maar ja, iemand moet souffleren dus denk ik dat ik haar moet helpen en sissen we tegelijkertijd onze helpteksten naar de zoekende spelers.
Rosanne de dramaturge zie ik ijverig aantekeningen maken, ze doet het heel onopvallend, gelukkig, want een acteur denkt bij schrijvende mensen achter de regietafel dat er dus weer iets niet klopt van wat hij/zij staat te doen. Mijn neef Vincent zit ook te kijken, maar hem kan ik uit welke ooghoek ik het ook probeer niet zien en ik wil zo graag weten of hij zich minstens amuseert. Naast me zit Roos Ouwehand die voor het NRC een verslag maakt en die zit hoorbaar te genieten. Ik denk meteen, dat doet ze om de stemming er in te houden, doet ze alleen maar om te steunen.
Let ik nog wel op de scène, waar let ik op, op een structuur, op rolopzetjes, op lijnen of wil ik ook Tsjechov zinnetjes horen? Het is veel om te absorberen, iets te besluiten valt er nauwelijks, spons zijn, dat is het beste maar, transformeer mijzelf tot spons en maak maar weinig aantekeningen anders zit ik alleen maar te schrijven. Kijk ik naar 3Zusters of naar een dappere ploeg? Naar beide merk ik, de acteurs zijn verder dan het stuk, dat wil zeggen dat ze samen nog niet het stuk spelen maar rolcontouren schetsen van wat een voorstelling eventueel zou kunnen gaan worden. Wat is het toch een prettig Nederlands woord, dat v o o r s t e l l i n g, we gaan een voor-stelling geven van een toneelstuk waarbij we iedereen vrij laten er een eigen voor-stelling van te maken. Trouwens als we ons voor hadden genomen rigider op te treden, dan nog zal iedereen er iets anders in zien, maar de vrijheid die we het publiek nu willen bieden moet een tikje groter zijn.
Het aanspreken van het publiek alsof we in een stand-up Tsjechov staan zal
wel eventjes voor raadsels zorgen, maar heel snel zal publiek begrijpen dat er bijna nooit rechtstreeks gereageerd word op de vorige spreker. Drieëndertig maal in het stuk staat er "Wat doet het er toe". In een latere bewerking van Tsjechov zelf, heeft hij er nog zes maal "Wat doet het er toe" aan toegevoegd, dus wilde hij zelf absoluut dat alles wat er wordt gezegd en beweerd en gedaan in dat betrekkelijke licht wordt gezien. Het meest rechtstreeks reageert Olga nog op haar zuster Masja wanneer ze zegt "Doe niet zo stom" en de twee keer dat Masja haar zusters iets wil zeggen roept iedereen "Ik wil het niet horen".
De eerste acte verloopt redelijk voorspoedig, maar duidelijk is wel dat we die al het langst, namelijk vier dagen, niet hebben gedaan. Maar het geheugen van de spelers is zo fabuleus, ze slaan niets over, ook hele ingewikkelde mise-en-scène’s verlopen choreografisch juist en de afwijkingen die er in zitten, maken het juist mooi. Voordeel van een structuur is dat afwijkingen zo creatief zijn.
Enfin, zo verloopt de hele dag, spoorzoeken, Tom-Tom door het brand bedrijf, in de pauze interviews, vierde bedrijf is prachtig nu al, krijgen we nooit meer zo mooi, zo ontroerend. Masja, Irina en Olga zijn ondanks dat het verwende, hoogmoedige, asociale vrouwenrollen zijn, hoogst aangrijpend in hun verdriet. Ze laten ons zien dat hoofdpijn, ongeluk, ontevredenheid met het leven, het besef van niet te kunnen ingrijpen, allemaal verschijnselen zijn waarover ze nadenken, die ze bespreken, het lijden valt pas op wanneer we het proberen te benoemen. Toneel is niet te plek om in bescheidenheid in een hoekje te gaan zitten kniezen, het moet inzichtelijk gemaakt worden, en als een zielkunde avant-la-lettre, nog voor Freud aan de schrijver bekend was, worden impressionistische pogingen gedaan. Hopeloos is het leven wanneer je je niet kan uiten, uitzichtloos is het leven als er niemand is die je bij de hand neemt wanneer je de weg kwijt bent. Tragikomisch is het leven als die helpende had er wel is, maar je ziet hem niet.
Na afloop kruipt de spelersclub bij elkaar op de fiets en in een prachtige colonne rijden ze dwars door Amsterdam om samen te gaan eten en dan in het Vondelpark naar Ian te gaan kijken die daar een optreden heeft. Ik ga met Kroft en Rosanne de dag bespreken, naar Ian ga ik later wanneer hij op de Parade speelt. Aantekeningen van Rosanne zijn erg to–the-point en Kroft heeft geloof ik ook wel een prettige middag gehad.
Ik ben korzelig, kan van hen moeilijk kritiek verdragen op mijn spelers. Onterecht, want voor kritiek zijn ze juist aanwezig. Ik moet eerst bijkomen, heb ik een dag voor nodig, die dag is nu voorbij en ik geloof dat we maar eens flink overnieuw moeten gaan beginnen. Voor mijn naaste medewerkers moet ik een onmogelijk mens zijn om mee samen te werken, dat zij zo.
Ik laat maandag Kroft maar eens zelf een scène doen en dan ga ik toekijken, of ik laat haar de aantekeningen vertellen, ja dat doe ik, daar zal ik dan mijn volgende weblog over laten gaan. Nu de zon in. Gegroet, toekomstige 3Zusterbezoekers.

Geen opmerkingen: